Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "entscheids nr 48 2015 " (Duits → Nederlands) :

In seinem Entscheid Nr. 43/2015 vom 26. März 2015 hat der Gerichtshof geurteilt, dass Artikel 40bis § 2 Absatz 1 Nr. 2 Absatz 2 Buchstabe a) des Gesetzes vom 15. Dezember 1980, ersetzt durch Artikel 8 des Gesetzes vom 8. Juli 2011, in Verbindung mit Artikel 40ter des Gesetzes vom 15. Dezember 1980, ersetzt durch Artikel 9 des Gesetzes vom 8. Juli 2011, keinen Verstoß gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention, darstellt, insofern er den nichtbelgischen Staatsangehörigen, der ein gesetzl ...[+++]

Bij zijn arrest nr. 43/2015 van 26 maart 2015 heeft het Hof geoordeeld dat artikel 40bis, § 2, eerste lid, 2°, tweede lid, a), van de wet van 15 december 1980, zoals vervangen bij artikel 8 van de wet van 8 juli 2011, in samenhang gelezen met artikel 40ter van de wet van 15 december 1980, zoals vervangen bij artikel 9 van de wet van 8 juli 2011, geen schending inhoudt van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het aan de buitenlandse onderdaan die overeenkomstig artikel 1476, § 1, van het Burgerlijk Wetboek een wettelijke samen ...[+++]


Die Verfassung erfordert ein Auftreten des Gesetzgebers für die Einsetzung von Gerichten, für deren Organisation auf Ebene der Gerichtsbarkeit und für das Statut der Richter (siehe Entscheid Nr. 138/2015, 15. Oktober 2015, B.40.1), doch dieses Erfordernis gilt nicht für die gesamte Regelung des Verfahrens.

De Grondwet vereist een wetgevend optreden voor het instellen van rechtbanken, voor de organisatie ervan op jurisdictioneel vlak en voor het statuut van de rechters (zie arrest nr. 138/2015, 15 oktober 2015, B.40.1), maar dat vereiste geldt niet voor de gehele regeling van de rechtspleging.


Wie unter anderem aus der Antwort des Europäischen Gerichtshofes auf die im Entscheid Nr. 15/2015 des Gerichtshofes gestellten Fragen hervorgeht, hat der Gesetzgeber mit dem fraglichen Artikel 36/24 § 1 Absatz 1 Nr. 3 des Gesetzes vom 22. Februar 1998, insofern der König dadurch ermächtigt wird, eine Garantieregelung zugunsten der natürlichen Personen, die Gesellschafter der im Finanzsektor tätigen zugelassenen Genossenschaften sind, zugunsten dieser Kategorie von Personen und dieser Gesellschaften, an denen sie beteiligt waren, einzuführen, eine Maßnahme ergriffen, die im Gegensatz zu dem, was die Genossenschaften « Arcopar », « Arcopl ...[+++]

Zoals mede uit het antwoord van het Hof van Justitie op de bij het arrest nr. 15/2015 van het Hof gestelde vragen blijkt, heeft de wetgever met het in het geding zijnde artikel 36/24, § 1, eerste lid, 3°, van de wet van 22 februari 1998, in zoverre het de Koning ertoe machtigt een waarborgregeling in te voeren ten behoeve van de vennoten, natuurlijke personen, van de erkende coöperatieve vennootschappen die actief zijn in de financiële sector, ten voordele van die categorie van personen en van die vennootschappen waarin zij hebben geparticipeerd, een maatregel genomen die, in tegenstelling tot wat de coöperatieve vennootschappen « Arcopa ...[+++]


In seinem auf eine Vorabentscheidungsfrage hin ergangenen Entscheid, der am selben Tag verkündet wurde wie der Entscheid Nr. 131/2015, hat der Gerichtshof für Recht erkannt:

Bij zijn arrest nr. 133/2015, gewezen op prejudiciële vraag en uitgesproken op dezelfde dag als het arrest nr. 131/2015, heeft het Hof voor recht gezegd :


In seinem Entscheid Nr. 44/2015 vom 23. April 2015 hat der Gerichtshof, nachdem er an die Zuständigkeit der Föderalbehörde für die allgemeinen Verkehrsverordnungen und die Zuständigkeit der Regionen für die zusätzlichen Verkehrsverordnungen erinnert hatte, in Bezug auf den vorerwähnten Artikel 3 Nr. 3 des Gesetzes vom 24. Juni 2013 geurteilt:

Bij zijn arrest nr. 44/2015 van 23 april 2015 heeft het Hof, nadat het de bevoegdheid van de federale overheid voor de algemene verkeersreglementen en de bevoegdheid van de gewesten voor de aanvullende verkeersreglementen in herinnering heeft gebracht, inzake het voormelde artikel 3, 3°, van de wet van 24 juni 2013 geoordeeld :


Der Gerichtshof hat es anschließend aber « als notwendig [erachtet], von einem Teil seiner Rechtsprechung abzuweichen », indem er urteilte, dass « die Frage der Rückforderbarkeit der Rechtsanwaltshonorare und -kosten in den Streitsachen vor dem Zivilrichter zwischen einer Behörde, die im Allgemeininteresse auftritt, und einer Privatperson insgesamt neu zu überdenken » war (Entscheid Nr. 68/2015 vom 21. Mai 2015, B.9.2 und B.9.3; Entscheid Nr. 70/2015 vom 21. Mai 2015, B.9.2 und B.9.3).

Het Hof heeft het vervolgens echter « noodzakelijk » geacht « terug te komen op een deel van zijn rechtspraak » door te oordelen dat « de kwestie van de verhaalbaarheid van de kosten en erelonen van advocaten in de geschillen voor de burgerlijke rechter tussen een overheid die in het algemeen belang optreedt en een particulier, in haar geheel » diende « te worden heroverwogen » (arrest nr. 68/2015 van 21 mei 2015, B.9.2 en B.9.3; arrest nr. 70/2015 van 21 mei 2015, B.9.2 en B.9.3).


In seinem Entscheid Nr. 141/2015 vom 15. Oktober 2015 hat der Gerichtshof in Beantwortung von Vorabentscheidungsfragen, die der Staatsrat in seinem Entscheid Nr. 228. 562 vom 29. September 2014 gestellt hatte, für Recht erkannt: « Artikel 1 § 1 und Artikel 3 Absatz 1 Nr. 1 Buchstabe a) und Nr. 2 Buchstabe a) des Dekrets der Wallonischen Region vom 27. Oktober 2011 « über die Unterstützung der Schaffung von Arbeitsstellen durch die Förderung der beruflichen Übergänge zum Status des hauptberuflichen Selbstständigen » verstoßen gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Ve ...[+++]

Bij zijn arrest nr. 141/2015 van 15 oktober 2015 heeft het Hof, in antwoord op de prejudiciële vragen die door de Raad van State bij zijn arrest nr. 228.562 van 29 september 2014 waren gesteld, voor recht gezegd : « Artikel 1, § 1, en artikel 3, eerste lid, 1°, a), en 2°, a), van het decreet van het Waalse Gewest van 27 oktober 2011 betreffende steunverlening voor banencreatie via de bevordering van beroepsovergang naar het statuut van zelfstandige als hoofdactiviteit schenden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang geleze ...[+++]


In seinem Entscheid Nr. 34/2015 vom 12. März 2015, der in Beantwortung einer Vorabentscheidungsfrage ergangen ist, die vom Staatsrat in dessen Entscheid Nr. 226. 627 vom 6. März 2014 in Sachen der in der vorliegenden Nichtigkeitsklage klagenden Parteien, handelnd in ihrer Eigenschaft als gesetzliche Vertreter ihrer minderjährigen Tochter, gestellt worden war, für Recht erkannt: « Dahin ausgelegt, dass sie nicht das Recht für die Eltern beinhalten, auf einfachen, nicht weiter begründeten Antrag für ihre Kinder eine Befreiung von der Teilnahme am Unterricht in einer der anerk ...[+++]

Bij zijn arrest nr. 34/2015 van 12 maart 2015, in antwoord op de prejudiciële vraag gesteld door de Raad van State bij zijn arrest nr. 226.627 van 6 maart 2014 inzake de verzoekende partijen in het onderhavige beroep tot vernietiging, handelend in de hoedanigheid van vertegenwoordigers van hun minderjarige dochter, tegen de stad Brussel en de Franse Gemeenschap, heeft het Hof voor recht gezegd : « In die zin geïnterpreteerd dat zij voor een ouder niet het recht inhouden om op eenvoudig, niet anders gemotiveerd verzoek voor zijn kind een vrijstelling te verkrijgen om het onderricht in een van de erkende godsdiensten of dat in de niet-conf ...[+++]


Insbesondere hat der Gerichtshof in diesen Entscheiden geurteilt, dass Artikel 1022 des Gerichtsgesetzbuches vor dem Inkrafttreten des angefochtenen neuen Absatzes 8 mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar ist, insofern diese Bestimmung es ermöglicht, dass einer Gemeinde eine Verfahrensentschädigung auferlegt wird, die anlässlich einer gegen eine Entscheidung ihres mit den kommunalen Verwaltungssanktionen beauftragten Beamten eingereichte Beschwerde unterliegt (Entscheid Nr. 69/2015), und dass eine Verfahrensentschädigung ...[+++]

Meer in het bijzonder beslist het Hof in die arresten dat artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, vóór de inwerkingtreding van het bestreden nieuwe achtste lid, bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre die bepaling het mogelijk maakt dat een rechtsplegingsvergoeding ten laste wordt gelegd van een gemeente die in het ongelijk wordt gesteld naar aanleiding van een beroep ingesteld tegen een beslissing van haar ambtenaar belast met de gemeentelijke administratieve sancties (arrest nr. 69/2015), alsook dat een rec ...[+++]


In seinem Entscheid Nr. 48/2015 vom 30. April 2015 hat der Gerichtshof die Nichtigkeitsklage zurückgewiesen, die gegen den vorerwähnten Artikel 11 des Gesetzes vom 20. Januar 2014, der einen Artikel 30/1 in die koordinierten Gesetze über den Staatsrat einfügt, erhoben worden war.

Bij zijn arrest nr. 48/2015 van 30 april 2015 heeft het Hof het beroep tot vernietiging verworpen dat was ingesteld tegen het voormelde artikel 11 van de wet van 20 januari 2014, dat een artikel 30/1 in de gecoördineerde wetten op de Raad van State invoegt.




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'entscheids nr 48 2015' ->

Date index: 2025-03-25
w