Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «entscheid nr 96 2011 » (Allemand → Néerlandais) :

Auszug aus dem Entscheid Nr. 96/2017 vom 19. Juli 2017

Uittreksel uit arrest nr. 96/2017 van 19 juli 2017


In seinem Entscheid Nr. 96/2011 vom 31. Mai 2011 hat der Gerichtshof im Zusammenhang mit einer Klage auf Anfechtung der Vaterschaftsvermutung, die von einem Kind gegen den Ehemann seiner Mutter eingereicht worden war, wobei diese Vermutung weder mit der biologischen Wahrheit, noch - in Ermangelung des Besitzes des Standes - mit der sozialaffektiven Wahrheit übereinstimmte, geurteilt:

Bij zijn arrest nr. 96/2011 van 31 mei 2011 heeft het Hof, met betrekking tot een vordering tot betwisting van het vermoeden van vaderschap die door een meerderjarig kind tegen de echtgenoot van zijn moeder was ingesteld terwijl dat vermoeden noch met de biologische waarheid, noch, bij ontstentenis van een bezit van staat, met de socioaffectieve waarheid overeenstemde, geoordeeld :


In seinem Entscheid Nr. 96/2011 vom 31. Mai 2011 hat der Gerichtshof im Zusammenhang mit einer Klage auf Anfechtung der Vaterschaftsvermutung, die von einem Kind gegen den Ehemann seiner Mutter eingereicht worden war, wobei diese Vermutung weder mit der biologischen Wahrheit, noch - in Ermangelung des Besitzes des Standes - mit der sozialaffektiven Wahrheit übereinstimmte, geurteilt: « B.7.

Bij zijn arrest nr. 96/2011 van 31 mei 2011 heeft het Hof, met betrekking tot een vordering tot betwisting van het vermoeden van vaderschap die door een meerderjarig kind tegen de echtgenoot van zijn moeder was ingesteld terwijl dat vermoeden noch met de biologische waarheid, noch, bij ontstentenis van een bezit van staat, met de socioaffectieve waarheid overeenstemde, geoordeeld : « B.7.


Auszug aus dem Entscheid Nr. 96/2016 vom 16. Juni 2016 Geschäftsverzeichnisnummer 6268 In Sachen: Vorabentscheidungsfrage in Bezug auf Artikel 1211 § 2 Absatz 6 des Gerichtsgesetzbuches, gestellt vom Appellationshof Gent.

Uittreksel uit arrest nr. 96/2016 van 16 juni 2016 Rolnummer : 6268 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1211, § 2, zesde lid, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Gent.


In seinem Entscheid Nr. 96/2000 vom 20. September 2000 hat der Gerichtshof nämlich festgestellt, dass Artikel 80 § 1 des Gesetzes vom 9. Juli 1975 eine Diskriminierung beinhaltete zwischen einerseits den Personen, die Opfer eines Verkehrsunfalls sind, an dem verschiedene Fahrzeuge beteiligt sind und bei dem nicht ermittelt werden kann, welcher Fahrer für den Schaden haftbar ist, und andererseits unter anderem den Personen, die Opfer eines Verkehrsunfalls sind, der durch ein nicht identifiziertes Kraftfahrzeug verursacht wurde.

Bij zijn arrest nr. 96/2000 van 20 september 2000 heeft het Hof immers vastgesteld dat artikel 80, § 1, van de wet van 9 juli 1975 een discriminatie inhield tussen, enerzijds, de personen die het slachtoffer zijn van een verkeersongeval waarbij verschillende voertuigen zijn betrokken en waarbij niet kan worden bepaald wie van de bestuurders voor de schade aansprakelijk is, en, anderzijds, onder meer de personen die het slachtoffer zijn van een verkeersongeval veroorzaakt door een niet-geïdentificeerd motorvoertuig.


In seinem Entscheid Nr. 43/2015 vom 26. März 2015 hat der Gerichtshof geurteilt, dass Artikel 40bis § 2 Absatz 1 Nr. 2 Absatz 2 Buchstabe a) des Gesetzes vom 15. Dezember 1980, ersetzt durch Artikel 8 des Gesetzes vom 8. Juli 2011, in Verbindung mit Artikel 40ter des Gesetzes vom 15. Dezember 1980, ersetzt durch Artikel 9 des Gesetzes vom 8. Juli 2011, keinen Verstoß gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention, darstellt, insofern er den nichtbelgischen Staatsangehör ...[+++]

Bij zijn arrest nr. 43/2015 van 26 maart 2015 heeft het Hof geoordeeld dat artikel 40bis, § 2, eerste lid, 2°, tweede lid, a), van de wet van 15 december 1980, zoals vervangen bij artikel 8 van de wet van 8 juli 2011, in samenhang gelezen met artikel 40ter van de wet van 15 december 1980, zoals vervangen bij artikel 9 van de wet van 8 juli 2011, geen schending inhoudt van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het aan de buitenlandse onderdaan die overeenkomstig artikel 1476, § 1, van het Burgerlijk Wetboek een wettelijke samen ...[+++]


In seinem Entscheid Nr. 152/2011 vom 13. Oktober 2011 hat der Gerichtshof auf eine Vorabentscheidungsfrage in Bezug auf Artikel 132bis des EStGB 1992 in der Fassung vor seiner Ersetzung durch das vorerwähnte Gesetz vom 27. Dezember 2006 geantwortet.

Bij zijn arrest nr. 152/2011 van 13 oktober 2011 heeft het Hof geantwoord op een prejudiciële vraag betreffende artikel 132bis van het WIB 1992, in de versie vóór de vervanging ervan bij de voormelde wet van 27 december 2006.


Dennoch hat der Verfassungsgerichtshof in einem bekannten Entscheid von 2011 - dem Entscheid Nr. 189 -, für Recht erkannt, dass die Gemeinden diese Steuern rechtmäßig erheben können.

Nochtans heeft het Grondwettelijk Hof, in een beroemd arrest van 2011 - dat is het arrest nr. 189 -, voor recht gezegd dat de gemeenten op rechtmatige wijze die belasting kunnen innen.


Wie der Gerichtshof in B.6 seines Entscheids Nr. 84/2001 vom 21. Juni 2001 und in B.4.2 seines Entscheids Nr. 125/2011 vom 7. Juli 2011 geurteilt hat, war nämlich die Regelung von Artikel 63 des Gesetzes über die Arbeitsverträge, der nur den Schutz der Arbeiter bezweckt, vom Gesetzgeber aus der Sorge um den Ausgleich eines anderen Behandlungsunterschieds eingeführt worden, nämlich desjenigen im Bereich der Kündigungsfristen, der die Angestellten bevorteilte.

Immers, zoals het Hof heeft geoordeeld in B.6 van zijn arrest nr. 84/2001 van 21 juni 2001 en in B.4.2 van zijn arrest nr. 125/2011 van 7 juli 2011, was de regeling van artikel 63 van de Arbeidsovereenkomstenwet, dat enkel de bescherming van de arbeiders beoogt, door de wetgever ingevoerd vanuit de bekommernis om een ander verschil in behandeling te compenseren, namelijk dat inzake de opzeggingstermijnen, dat de bedienden bevoordeelde.


In seinem Entscheid Nr. 57/2013 vom 25. April 2013 hat der Gerichtshof geurteilt, dass aus ähnlichen Gründen wie im Entscheid Nr. 135/2009 vom 1. September 2009 sowie im vorerwähnten Entscheid Nr. 83/2011 der Behörde, die Wiederherstellungsmaßnahmen im Bereich des Städtebaus beantragt, keine Verfahrensentschädigung auferlegt werden konnte, dass ihr aber auch keine Verfahrensentschädigung gewährt werden konnte.

Bij zijn arrest nr. 57/2013 van 25 april 2013 heeft het Hof geoordeeld dat, om redenen die analoog zijn aan die van het arrest nr. 135/2009 van 1 september 2009 en van het voormelde arrest nr. 83/2011, geen enkele rechtsplegingsvergoeding kon worden opgelegd aan de overheid die herstelmaatregelen inzake stedenbouw vordert, maar dat haar ook geen enkele rechtsplegingsvergoeding kon worden toegekend.




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'entscheid nr 96 2011' ->

Date index: 2023-12-23
w