Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "entscheid nr 109 2014 " (Duits → Nederlands) :

Auszug aus dem Entscheid Nr. 109/2017 vom 5. Oktober 2017

Uittreksel uit arrest nr. 109/2017 van 5 oktober 2017


Der Gesetzgeber hat also schrittweise der steuerlichen Vorzugsregelung, die zugunsten der so genannten « Liquidationsüberschüsse » im Gegensatz zu den Dividenden bestand, ein Ende gesetzt (siehe Entscheid Nr. 109/2004 vom 23. Juni 2004, B.4.6, und Entscheid Nr. 162/2014 vom 6. November 2014, B.7).

De wetgever heeft aldus geleidelijk een einde gemaakt aan de fiscale gunstregeling die de zogenaamde « liquidatieboni », in tegenstelling tot dividenden, genoten (zie arrest nr. 109/2004 van 23 juni 2004, B.4.6, en arrest nr. 162/2014 van 6 november 2014, B.7).


Auszug aus dem Entscheid Nr. 109/2016 vom 14. Juli 2016 Geschäftsverzeichnisnummer 6229 In Sachen: Vorabentscheidungsfrage in Bezug auf Artikel 51 des Gesetzes vom 16. September 1807 über die Sumpftrockenlegung, gestellt vom Appellationshof Antwerpen.

Uittreksel uit arrest nr. 109/2016 van 14 juli 2016 Rolnummer : 6229 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 51 van de wet van 16 september 1807 betreffende het droogleggen van moerassen, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen.


Diese Kontrolle kann also weder einer materiellrechtlichen Kontrolle, noch einer verfahrensrechtlichen Kontrolle der Verfassungsmäßigkeit von Gesetzesbestimmungen gleichgestellt werden, sondern stellt eine durch das Recht der Europäischen Union vorgeschriebene vorherige Prüfung der Einstufung des angefochtenen Gesetzgebungsaktes dar » (Entscheid Nr. 144/2012, B.13; siehe ebenfalls Entscheid Nr. 29/2014, B.9).

Die controle kan dus noch met een materiële toetsing, noch met een procedurele toetsing van de grondwettigheid van wetskrachtige bepalingen worden gelijkgesteld, maar vormt een voorafgaand onderzoek, opgelegd bij het recht van de Europese Unie, van de kwalificatie van de bestreden wetgevingshandeling » (arrest nr. 144/2012, B.13; zie eveneens arrest nr. 29/2014, B.9).


Durch Entscheid Nr. 170/2016 vom 22. Dezember 2016, veröffentlicht im Belgischen Staatsblatt vom 27. Dezember 2016, hat der Gerichtshof Artikel 11 des Gesetzes vom 10. Juli 2016 « zur Abänderung des Gesetzes vom 4. April 2014 zur Regelung der Berufe der geistigen Gesundheitspflege und zur Abänderung des königlichen Erlasses Nr. 78 vom 10. November 1967 über die Ausübung der Gesundheitspflegeberufe einerseits und des am 10. Mai 2015 koordinierten Gesetzes über die Ausübung der Gesundheitspflegeberufe andererseits », insofern er keine Übergangsregelun ...[+++]

Bij het arrest nr. 170/2016 van 22 december 2016, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 27 december 2016, heeft het Hof artikel 11 van de wet van 10 juli 2016 « tot wijziging van de wet van 4 april 2014 tot regeling van de geestelijke gezondheidszorgberoepen en tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen [enerzijds] en tot wijziging van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015 anderzijds », in zoverre het in geen overgangsregeling voorziet voor personen die vóór de inwerkingtreding van die wet de ...[+++]


Aus den Vorarbeiten zu dem Dekret vom 3. Juli 2015 geht hervor, dass der flämische Dekretgeber mit dem angefochtenen Artikel der Verfassungsmäßigkeitskritik des Gerichtshofs in dessen Entscheid Nr. 74/2014 vom 8. Mai 2014 Folge leisten wollte, um « auf diese Weise eine zusätzliche Nichtigerklärung der Bestimmungen über die Verwaltungsschleife im Dekret vom 4. April 2014 zu vermeiden » (Parl. Dok., Flämisches Parlament, 2014-2015, Nr. 354/1, S. 8).

Uit de parlementaire voorbereiding van het decreet van 3 juli 2015 blijkt dat de Vlaamse decreetgever, met het bestreden artikel, wenste tegemoet te komen aan de grondwettigheidsbezwaren van het Hof in zijn arrest nr. 74/2014 van 8 mei 2014, om « op die manier [...] een bijkomende vernietiging van de bepalingen met betrekking tot de bestuurlijke lus in het decreet DBRC [te] voorkomen » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2014-2015, nr. 354/1, p. 8).


Der Gerichtshof hat zwar bereits geurteilt, dass der Standesbeamte als Partei in dem Verfahren, das durch eine Beschwerde gegen die Entscheidung, mit der er sich weigert, die Trauung vorzunehmen, eingeleitet wurde, das allgemeine Interesse und die Wahrung der öffentlichen Ordnung verteidigt, und dass es somit nicht gerechtfertigt ist, dass er zur Verfahrensentschädigung verurteilt werden kann (Entscheid Nr. 132/2013 vom 26. September 2013, B.6; Entscheid Nr. 180/2013 vom 19. Dezember 2013, B.6; Entscheid Nr. 54/2014 vom 27. März 2014, ...[+++]

Het Hof heeft weliswaar reeds geoordeeld dat de ambtenaar van de burgerlijke stand, als partij bij het geding ingesteld bij een beroep gericht tegen de beslissing waarbij hij weigert het huwelijk te voltrekken, het algemeen belang en de vrijwaring van de openbare orde verdedigt, en dat het dus niet verantwoord is dat hij in de rechtsplegingsvergoeding kan worden verwezen (arrest nr. 132/2013 van 26 september 2013, B.6; arrest nr. 180/2013 van 19 december 2013, B.6 en arrest nr. 54/2014 van 27 maart 2014, B.6).


Er hat somit geurteilt, dass Artikel 1022 des Gerichtsgesetzbuches, dahin ausgelegt, dass er die Verurteilung des Standesbeamten, der nach Ablauf der Untersuchung einer aufgrund von Artikel 167 Absatz 6 des Zivilgesetzbuches eingereichten Beschwerde in der Sache unterliegt, zur Zahlung der Verfahrensentschädigung erlaubt, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstößt (Entscheid Nr. 132/2013; Entscheid Nr. 180/2013; Entscheid Nr. 54/2014).

Het heeft derhalve geoordeeld dat artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, in die zin begrepen dat het de verwijzing van de ambtenaar van de burgerlijke stand die in het ongelijk wordt gesteld na afloop van het onderzoek van een beroep ingesteld krachtens artikel 167, zesde lid, van het Burgerlijk Wetboek, in de rechtsplegingsvergoeding toestaat, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt (arrest nr. 132/2013; arrest nr. 180/2013; arrest nr. 54/2014).


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten E. De Groot, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 27. Mai 2015 in Sachen Eduard Gaj gegen die Gemeinde Opglabbeek, dessen Ausfertigung am 28. Mai 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Arbeitsgericht Antwerpen, Abteilung Tongern, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstoßen Artikel 63 des Gesetzes vom 3. Juli 1978 über die Arbeitsverträge und Artikel 38 des ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 27 mei 2015 in zake Eduard Gaj tegen de gemeente Opglabbeek, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 28 mei 2015, heeft de Arbeidsrechtbank te Antwerpen, afdeling Tongeren, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden artikel 63 van de Arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978 en artikel 38 van de Wet Eenheidsstatuut van 26 december 2013 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, inzoverre het enerzijds, aan een arbeider in dienst van ...[+++]


In seinem Entscheid Nr. 141/2015 vom 15. Oktober 2015 hat der Gerichtshof in Beantwortung von Vorabentscheidungsfragen, die der Staatsrat in seinem Entscheid Nr. 228. 562 vom 29. September 2014 gestellt hatte, für Recht erkannt: « Artikel 1 § 1 und Artikel 3 Absatz 1 Nr. 1 Buchstabe a) und Nr. 2 Buchstabe a) des Dekrets der Wallonischen Region vom 27. Oktober 2011 « über die Unterstützung der Schaffung von Arbeitsstellen durch die Förderung der beruflichen Übergänge zum Status des hauptberuflichen Selbstständigen » verstoßen gegen die Artikel 10 und 11 ...[+++]

Bij zijn arrest nr. 141/2015 van 15 oktober 2015 heeft het Hof, in antwoord op de prejudiciële vragen die door de Raad van State bij zijn arrest nr. 228.562 van 29 september 2014 waren gesteld, voor recht gezegd : « Artikel 1, § 1, en artikel 3, eerste lid, 1°, a), en 2°, a), van het decreet van het Waalse Gewest van 27 oktober 2011 betreffende steunverlening voor banencreatie via de bevordering van beroepsovergang naar het statuut van zelfstandige als hoofdactiviteit schenden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang geleze ...[+++]




Anderen hebben gezocht naar : aus dem entscheid     entscheid nr 109 2017     gesetzt siehe entscheid     entscheid nr 162 2014     september     entscheid nr 109 2016     entscheid     entscheid nr 29 2014     durch entscheid     april     dessen entscheid     entscheid nr 74 2014     entscheid nr 54 2014     dass artikel     januar     seinem entscheid     entscheid nr 109 2014     


datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'entscheid nr 109 2014' ->

Date index: 2023-09-28
w