5. Ist die Wiedereinziehung nicht innerhalb einer Frist von vier Jahren ab der ersten amtlichen Feststellung oder von sechs Monaten nach der Veröffentlichung eines endgültigen Gerichtsurteils erfolgt, so werden die finanziellen Konsequenzen der Nichtwiedereinziehung nach Einbehaltung des Betrags gemäß Absatz 2 zu 50 % vom betreffenden Mitgliedstaat und zu 50 % vom Gemeinschaftshaushalt getragen.
5. Indien de invordering niet heeft plaatsgevonden binnen vier jaar na de datum van het eerste administratief of gerechtelijk procesverbaal, of binnen zes maanden nadat een definitief rechterlijk vonnis is gewezen, worden de financiële gevolgen van het achterwege blijven van de invordering na toepassing van de in lid 2 bedoelde inhouding voor 50% door de betrokken lidstaat en voor 50% door de Gemeenschapsbegroting gedragen.