3. Hat der Schuldner seinen Wohnsitz in einem anderen Mitgliedstaat als dem Ursprungsmitgliedstaat, so üb
ermittelt das erlassende Gericht oder der Gläubiger, je nachdem, wer im Ursprungsmitgliedstaat für die Veranlassung der Zustellung zuständi
g ist, bis Ende des dritten Arbeitstags nach dem Tag des Erhalts der Erklärung nach Artikel 25 über vorläufig gepfändete Beträge die Schrifts
tücke nach Absatz 1 dieses Artikels der zuständige
...[+++]n Behörde des Mitgliedstaats, in dem der Schuldner seinen Wohnsitz hat, gemäß Artikel 29.
3. Indien de schuldenaar zijn woonplaats in een andere lidstaat dan de lidstaat van herkomst heeft, zendt het gerecht of de schuldeiser, dat of die volgens de voorschriften van de lidstaat van herkomst het initiatief tot de betekening of kennisgeving heeft, uiterlijk op de derde werkdag na ontvangst van de in artikel 25 bedoelde verklaring waaruit de beslaglegging blijkt, de in lid 1 van dit artikel bedoelde stukken overeenkomstig artikel 29 toe aan de bevoegde instantie van de lidstaat waar de schuldenaar zijn woonplaats heeft.