10. bekräftigt seine Unterstützung für das Abgeordnetenstatut; ist allerdings der Auffassung, dass selbst bei einem raschen Abschluss der Verhandlungen das Inkrafttreten und die Umsetzung des Abgeordnetenstatuts frühestens Ende 2005 erfolgen könnten; befürwortet daher die Beibehaltung eines p.m.-Vermerks für das Abgeordnetenstatut im Haushaltsplan des Parlaments;
10. herhaalt zijn steun voor het Statuut van de leden; is echter van mening dat zelfs met een snelle afronding van de onderhandelingen, de inwerkingtreding en tenuitvoerlegging van het Statuut van de leden op zijn vroegst kan plaatsvinden tegen het einde van 2005; is derhalve voorstander van handhaving van een p.m.-boeking voor het Statuut van de leden op de begroting van het Parlement;