13. betont, dass die Pflichtangebotsvorschrift die Kernregelung zum Schutz der Interessen der Minderheitsaktionäre ist, und nim
mt das Ergebnis der externen Studie zur Kenntnis, wonach alle Mitgliedstaaten Ausnahmen in Bezug auf diese Regelung vorsehen; ist sich bewusst, dass
diese Ausnahmen oft dazu genutzt werden, um die Interessen der die Kontrolle ausübenden Aktionäre (z. B. kein echter Kontrollwechsel), der Gläubiger (z. B. wenn Gläubiger einen Kredit
gewährt haben) und anderer ...[+++] Akteure (z. B. um einen Ausgleich zwischen den Rechten der Aktionäre und den Rechten anderer Akteure herbeizuführen) zu schützen; unterstützt das Vorhaben der Kommission, zusätzliche Informationen zu sammeln, um festzustellen, ob die im breiten Umfang bestehenden Ausnahmen dem Schutz der Minderheitsaktionäre widersprechen; 13. benadrukt dat de regel van het verplichte bod de kernbepaling vormt voor de bescherming van minderheidsaandeelhouders en neemt kennis van
het feit dat uit de externe studie blijkt dat alle lidst
aten afwijkingen op deze regel kennen; ziet in dat deze uitzonderingen vaak dienen ter bescherming van de belangen van aandeelhouders met zeggenschap (bijv. geen echte wijziging van zeggenschap), crediteurs (bijv. bij kredietverstrekking
door crediteurs) en andere ...[+++] stakeholders (bijv. onderlinge afstemming van de rechten van aandeelhouders en
andere stakeholders); steunt het voornemen van de Commissie om nader te onderzoeken of deze zeer gangbare nationale afwijkingen strijdig zijn met de bescherming van minderheidsaandeelhouders;