Vertaling van "eisvogel " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Eisvogel
ijsvogel

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

In der Erwägung, dass mehrere aquatische Lebensräume das Gebiet bereichern, worunter die Fließgewässer der Amel (3260) und die stehenden Gewässer der Wasserflächen (3130, 3140), die für den Schwarzstorch, den Eisvogel und während der Migrationszeit für den Fischadler und die Krickenten Habitate zur Fortpflanzung und/oder Nahrungssuche bilden.
Verschillende aquatische milieus verrijken de locatie, waaronder het lopend water van de Amblève (3260) en het stilstaand water van de watervlakken (3130, 3140) die habitats vormen voor de voortplanting en het voeden voor de zwarte ooievaar, de ijsvogel en, tijdens de migratieperiode, de visarend en de wintertalingen.

Dieser besteht aus 80 % Laubbäumen und dient als Lebensraum für Vogelarten, die typisch für die großen Wälder sind (Schwarzstorch, Schwarzspecht, Mittelspecht), während der Eisvogel in den Flussufern nistet.
Ze bestaat uit loofbomen (80 %) en herbergt een avifauna die typisch is van de grote bosbestanden (Zwarte ooievaars, middelste bonte spechten en zwarte spechten) terwijl ijsvogels in de oevers van de beek nestelen.

Diese bemerkenswerte Gruppe von offenen Lebensräumen, die die Holzwarche und deren Zuflüsse, Lebensraum der Groppe und des Eisvogels, umgeben, weist ein großes biologisches Interesse auf, sowohl vom botanischen, als auch vom entomologischen (blauschillernder Feuerfalter),) und ornithologischen (Braunkehlchen,Neuntöter, Raubwürger,...) Gesichtspunkt aus.
Dit opmerkelijk geheel van open milieus, gelegen rond de Holzwarche en de zijrivieren ervan, habitat van donderpadden en ijsvogels, heeft een hoge biologische, botanische, entomologische (blauwe vuurvlinders,...) en ornithologische waarde (paapjes, grauwe klauwieren, klapeksters,...).

In diesen Bächen sowie in den Bächen Houette, Houillette und Grand Foy leben die Groppe, das Bachneunauge, der Eisvogel und der Biber.
In deze beken, alsook in de beken van de Houette, Houillette en Grand Foy, leven populaties van donderpadden, Beekprikken, ijsvogels en bevers.

Diese Lebensräume tragen zum Vorkommen zahlreicher Tierarten bei, darunter die Krickente, die Bekassine, der Silberreicher und der Eisvogel.
Deze milieus zorgen voor de aanwezigheid van meerdere dierensoorten, waaronder eendensoorten, watersnippen, grote zilverreigers en ijsvogels.

Dadurch ist es für die Waldvögel (Schwarzspecht, Mittelspecht, Haselhuhn, ...), sowie für die Vögel der Wasserläufe (Eisvogel, Bachmuschel, ...) von bedeutendem Interesse.
Daardoor is de locatie van belangrijk belang voor de bosavifauna (zwarte specht, middelste bonte specht, hazelhoen, ...), alsook voor die van de waterlopen (Europese ijsvogel, Bataafse stroommossel, ...).

Die Flüsse (3260) beheimaten ebenfalls die Groppe, die Bachmuschel, das Bachneunauge, den Fischotter, den Eisvogel, den Fischadler und den Schwarzstorch.
De waterlopen (3260) vormen ook de habitat van de donderpad, van de Bataafse stroommossel, de beekprik, de Europese otter, de ijsvogel, de visarend en de zwarte ooievaar.

Vorhandensein eines Auenwaldes mit Alno-Padion, prioritärer Lebensraum; ein Gefüge von sehr hohem Landschaftswert; Vorhandensein von Moorwäldern von großem biologischem Interesse; Vorhandensein des Eisvogels im Talgrund.
Aanwezigheid van een alluviaal bos van het Alno-Padion, prioritair milieu; geheel met een hoge landschappelijke waarde; aanwezigheid van boshoogvenen met een hoge biologische waarde; aanwezigheid van de ijsvogel op de bodem van de vallei.

Bemerkenswert ist auch der aquatische Lebensraum, da er sowohl Flüsse mit Karsterscheinungen als auch Tümpel mit Vegetation aus Characeae und einen ablagerungsbildenden kalkhaltigen Bach umfasst und übrigens den Eisvogel, den Bitterling und die Groppe zur Ansiedlung verleitet.
Het aquatisch milieu is ook belangrijk omdat het zowel rivieren met karstfenomenen als Characeae-poelen en een kalkafzettingen vormende beek omvat en omdat het bovendien een habitat vormt voor de ijsvogel, de bittervoorn en de donderpad.

So kann man den Eisvogel, die Bekassine, den Zwergsäger, die Krickente, die Knäkente oder den Silberreiher zitieren.
Als voorbeelden kunnen worden genoemd de ijsvogel, de watersnip, de zaagbek, de wintertaling, de zomertaling of de grote zilverreiger.