Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "eintritt dieser verluste eingegangenen verpflichtung " (Duits → Nederlands) :

Art. 4 Abs. 2 Buchst. b der Richtlinie 69/335/EWG des Rates vom 17. Juli 1969 betreffend die indirekten Steuern auf die Ansammlung von Kapital in der durch die Richtlinie 85/303/EWG des Rates vom 10. Juni 1985 geänderten Fassung ist dahin auszulegen, dass die Übernahme der Verluste einer Gesellschaft durch einen Gesellschafter in Erfüllung einer von ihm vor dem Eintritt dieser Verluste eingegangenen Verpflichtung, mit der nur die Abdeckung der Verluste sichergestellt werden soll, das Gesellschaftsvermögen nicht erhöht.

Artikel 4, lid 2, sub b, van richtlijn 69/335/EG van de Raad van 17 juli 1969 betreffende de indirecte belastingen op het bijeenbrengen van kapitaal, zoals gewijzigd bij richtlijn 85/303/EEG van de Raad van 10 juni 1985, moet aldus worden uitgelegd dat de overneming van de verliezen van een vennootschap door een vennoot ter uitvoering van een verbintenis die deze vennoot vóór het ontstaan van die verliezen is aangegaan en die enkel de aanzuivering van deze verliezen dient te verzekeren, niet tot vermeerdering van het vennootschappelij ...[+++]


II. Verstößt Artikel 20 Absatz 2 des einleitenden Titels des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er bestimmt, dass die Strafverfolgung weiterhin ausgeübt werden kann gegen eine juristische Person, die die Rechtspersönlichkeit verloren hat auf eine der in Artikel 20 Absatz 1 des einleitenden Titels des Strafprozessgesetzbuches bestimmten Weisen, und zwar ohne dass der Beweis dafür erbracht werden muss, dass dieser Verlust der Rechtspersönlichkeit als Ziel ...[+++]

II. Schendt artikel 20, tweede lid van de Voorafgaande Titel van het wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door te bepalen dat de strafvordering toch nog verder kan worden uitgeoefend tegenover een rechtspersoon die zijn rechtspersoonlijkheid heeft verloren op één van de wijzen bepaald in artikel 20, eerste lid van de Voorafgaande Titel van het wetboek van strafvordering, én dit zonder dat bewijs moet worden geleverd dat dit verlies van de rechtspersoonlijkheid tot doel heeft om te ontsnappen aan de vervolging, wanneer dit verlies van rechtspersoonlijkheid zich pas voordoet nadat de rechtspersoon overeenkomsti ...[+++]


In einer dritten Vorabentscheidungsfrage wird der Gerichtshof zur Vereinbarkeit dieser Bestimmungen mit den Artikeln 10, 11 und 16 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zur Europäischen Menschenrechtskonvention und mit Artikel 14 dieser Konvention, befragt, insofern sie einen gesetzlich Zusammenwohnenden, der ein Kind aus der Partnerschaft habe, vom Vorteil der Hinterbliebenenpension ausschlössen und die ...[+++]

In een derde prejudiciële vraag wordt aan het Hof gevraagd of die bepalingen bestaanbaar zijn met de artikelen 10, 11 en 16 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 14 van dat Verdrag, in zoverre zij de wettelijk samenwonende die een kind heeft dat uit de samenwoning is geboren, van het voordeel van het overlevingspensioen uitsluiten en dat recht voorbehouden aan de echtgenoot die een kind heeft dat uit het huwelijk is geboren, « terwijl het beschermde risico het overleven van de partner en van de kinderen omvat en t ...[+++]


3. « Verstoßen die Artikel 16 und 17 des königlichen Erlasses Nr. 50 vom 24. Oktober 1967 über die Ruhestands- und Hinterbliebenenpension für Lohnempfänger gegen die Artikel 10, 11 und 16 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls und Artikel 14 der Europäischen Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten, indem sie den gesetzlich Zusammenwohnenden, der ein Kind hat, das aus diesem Zusammenwohnen geboren ist, vom Vorteil der Hinterbliebenenpension ausschließen und dieses Recht dem Ehepartner, der ein Kind hat, das aus dieser ...[+++]

3. « Schenden de artikelen 16 en 17 van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers de artikelen 10, 11 en 16 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol en met artikel 14 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, in zoverre zij de wettelijk samenwonende partner die een kind heeft dat uit de samenwoning is geboren, van het voordeel van het overlevingspensioen uitsluiten en dat recht voorbehouden aan de gehuwde partner die een kind heeft dat uit het huwelijk is geboren, te ...[+++]


12. bekräftigt die Bedeutung der Verstärkung der Zusammenarbeit zwischen den nationalen Behörden, die für die Durchsetzung der Richtlinie zuständig sind, um deren umfassende Anwendung und ordnungsgemäße Umsetzung durch die Mitgliedstaaten zu gewährleisten; ermutigt die Kommission diesbezüglich, den Anwendungsbereich, die Wirksamkeit und die Funktionsmechanismen der Verordnung über die Zusammenarbeit im Verbraucherschutz gemäß ihrer selbst eingegangenen Verpflichtung bis Ende 2014 eingehend zu prüfen; begrüßt es in dieser Hinsicht, dass die ...[+++]

12. bevestigt nogmaals dat de samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor de handhaving van de wetgeving, moet worden versterkt teneinde de volledige toepassing en correcte tenuitvoerlegging ervan door de lidstaten te bereiken; spoort de Commissie in dit verband aan een grondig onderzoek te starten naar het toepassingsgebied, de doeltreffendheid en de werkingsmechanismen van de verordening betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming („verordening betreffende samenwerking met betrekking tot consumentenbescherming”), zoals zij heeft beloofd te doen tegen het einde van 2014; is in dat opzicht verheugd over het r ...[+++]


10. ist besorgt über die finanziellen und politischen Auswirkungen von umweltschädlichen Subventionen; ist der Ansicht, dass Finanzierungen durch die EU keine negativen Auswirkungen auf die Umwelt, das Klima, die Ökosysteme und die biologische Vielfalt innerhalb und außerhalb der EU haben sollten; fordert die Kommission daher auf, alle umweltschädlichen Subventionen zu ermitteln, und fordert, dass die EU diese Subventionen anschließend entsprechend der im Übereinkommen von Nagoya über die biologische Vielfalt (CBD) eingegangenen Verpflichtung schrittweise spätestens bis 2020 auslaufen lässt und dass der gesamte Haushaltsplan in Bezug a ...[+++]

10. is bezorgd over de financiële gevolgen en de effecten voor het beleid van subsidies die schadelijk voor het milieu zijn; is de mening toegedaan dat Europese financieringsmaatregelen geen negatieve gevolgen mogen hebben voor het milieu, de klimaatverandering, de ecosystemen en de biodiversiteit binnen de EU en daarbuiten; dringt er dan ook bij de Commissie op aan dat alle subsidies die schadelijk zijn voor het milieu door de Commissie eruit worden gelicht en vervolgens zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk vóór 2020, door de EU worden afgeschaft, overeenkomstig de toezegging ingevolge het Verdrag inzake biodiversiteit (CBD) van Nagoya ...[+++]


15. anerkennt die Notwendigkeit der Zusammenarbeit mit vielen Entwicklungsländern, die nicht über die ODA läuft, zwecks Bereitstellung globaler öffentlicher Güter; ist der Ansicht, dass diese Art der Zusammenarbeit geregelt werden muss und dass die Mittel über ein oder mehrere separate Instrumente bereitzustellen sind, um für Transparenz zu sorgen und die Besonderheit der Entwicklungszusammenarbeit als autonomes Politikfeld im Bereich der Außenbeziehungen zu schützen; fordert nachdrücklich und in Übereinstimmung mit der auf der Tagung des Europäischen Rates vom 29./30. Oktober 2009 eingegangenen Verpflichtung, dass die Finanzierung der ...[+++]

15. erkent dat het voor de verschaffing van mondiale publieke goederen noodzakelijk is om buiten het kader van ODA met veel ontwikkelingslanden samen te werken; meent dat deze vorm van samenwerking moet worden gereguleerd en dat middelen moeten worden doorgesluisd via een of meer afzonderlijke instrumenten, zodat transparantie kan worden gewaarborgd en het bijzondere karakter van ontwikkelingssamenwerking als een autonoom beleidsterrein op het gebied van externe betrekkingen kan worden beschermd; dringt erop aan, overeenkomstig de toezegging van de lidstaten op de Europese Raad van 29-30 oktober 2009, dat steun voor de aanpassing aan d ...[+++]


15. anerkennt die Notwendigkeit der Zusammenarbeit mit vielen Entwicklungsländern, die nicht über die ODA läuft, zwecks Bereitstellung globaler öffentlicher Güter; ist der Ansicht, dass diese Art der Zusammenarbeit geregelt werden muss und dass die Mittel über ein oder mehrere separate Instrumente bereitzustellen sind, um für Transparenz zu sorgen und die Besonderheit der Entwicklungszusammenarbeit als autonomes Politikfeld im Bereich der Außenbeziehungen zu schützen; fordert nachdrücklich und in Übereinstimmung mit der auf der Tagung des Europäischen Rates vom 29./30. Oktober 2009 eingegangenen Verpflichtung, dass die Finanzierung der ...[+++]

15. erkent dat het voor de verschaffing van mondiale publieke goederen noodzakelijk is om buiten het kader van ODA met veel ontwikkelingslanden samen te werken; meent dat deze vorm van samenwerking moet worden gereguleerd en dat middelen moeten worden doorgesluisd via een of meer afzonderlijke instrumenten, zodat transparantie kan worden gewaarborgd en het bijzondere karakter van ontwikkelingssamenwerking als een autonoom beleidsterrein op het gebied van externe betrekkingen kan worden beschermd; dringt erop aan, overeenkomstig de toezegging van de lidstaten op de Europese Raad van 29-30 oktober 2009, dat steun voor de aanpassing aan d ...[+++]


2. « Verstossen die Artikel 81 und 82 des Konkursgesetzes vom 8. August 1997 (in der durch das Gesetz vom 4. September 2002 abgeänderten Fassung), durch die der Vorteil der Entschuldbarkeit nur den in Konkurs geratenen natürlichen Personen - unter Ausschluss der in Konkurs geratenen juristischen Personen - gewährt wird und in denen die Folgen der Entschuldbarkeit für die Personen, die unentgeltlich für den Konkursschuldner gebürgt haben, und für dessen Mitschuldner angegeben werden, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem der Ehepartner einer natürlichen Person, die eine Handelstätigkeit ausübt im Namen einer in Konkurs geraten ...[+++]

2. « Schenden de artikelen 81 en 82 van de faillissementswet van 8 augustus 1997 (zoals gewijzigd bij de wet van 4 september 2002), waarbij het voordeel van verschoonbaarheid wordt voorbehouden aan gefailleerde natuurlijke personen - met uitsluiting van gefailleerde rechtspersonen - en waarin de gevolgen van de verschoonbaarheid worden gepreciseerd voor de personen die zich kosteloos borg hebben gesteld voor de gefailleerde persoon en voor diens medeschuldenaars, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat de echtgenoot van een natuurlijke persoon die een handelsactiviteit uitoefent uit naam van een rechtspersoon die failliet is verkla ...[+++]


2. « Verstossen die Artikel 81 und 82 des Konkursgesetzes vom 8. August 1997 (in der durch das Gesetz vom 4. September 2002 abgeänderten Fassung), durch die der Vorteil der Entschuldbarkeit nur den in Konkurs geratenen natürlichen Personen - unter Ausschluss der in Konkurs geratenen juristischen Personen - gewährt wird und in denen die Folgen der Entschuldbarkeit für die Personen, die unentgeltlich für den Konkursschuldner gebürgt haben, und für dessen Mitschuldner angegeben werden, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem der Ehepartner einer natürlichen Person, die eine Handelstätigkeit ausübt im Namen einer in Konkurs geratenen juristischen Person, die die Entschuldbarkeit beanspruchen kann, gemäss diesen Artikeln nicht von der ...[+++]

2. « Schenden de artikelen 81 en 82 van de faillissementswet van 8 augustus 1997 (zoals gewijzigd bij de wet van 4 september 2002), waarbij het voordeel van verschoonbaarheid wordt voorbehouden aan gefailleerde natuurlijke personen - met uitsluiting van gefailleerde rechtspersonen - en waarin de gevolgen van de verschoonbaarheid worden gepreciseerd voor de personen die zich kosteloos borg hebben gesteld voor de gefailleerde persoon en voor diens medeschuldenaars, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat de echtgenoot van een natuurlijke persoon die een handelsactiviteit uitoefent uit naam van een rechtspersoon die failliet is verklaard onder omstandigheden die hem in aanmerking doen komen voor verschoonbaarheid, krachtens die artikelen ...[+++]


w