22. betont, dass zur Abwehr jeder Gefahr für die Sicherheit irgendeines Staates eine Verpflichtung seitens der internationalen Gemeinschaft erforderlich ist; betont die Notwendigkeit stärkerer regionaler und multilateraler Sicherheitsstrukturen im Nahen Osten, auf dem indischen Subkontinent und im Nordosten Asiens, um den Druck in Richtung der Verbreitung von Kernwaffen zu verringern und die Einstellung von Nuklearprogrammen zu erreichen;
22. onderstreept dat het voorkomen van bedreigingen voor de veiligheid van een land de inzet van de gehele internationale gemeenschap vereist; wijst op de noodzaak van sterkere regionale en multilaterale veiligheidsstructuren in het Midden-Oosten, het Indiase subcontinent en Noordoost-Azië om de druk in de richting van tot nucleaire proliferatie weg te nemen en de stopzetting van kernwapenprogramma's te bewerkstelligen;