Griechenland und der Begünstigte machen geltend, dass der von Behre Dolbear ermittelte Wert der Minen nicht berücksichtigt werden könne, da sich dieser auf die Vermögenswerte einschließlich der Abbaugenehmigungen bezog, während Ellinikos Chrysos ausschließlich die Vermögenswerte erworben habe, während die Abbaugenehmigungen erst später vom griechischen Staat erteilt werden sollten.
Griekenland en de begunstigde onderneming menen dat geen rekening mag worden gehouden met de waarde van de mijnen zoals getaxeerd door Behre Dolbear, omdat deze betrekking heeft op de activa met de ter zake dienende mijnbouwvergunningen, terwijl Ellinikos Xrysos slechts de activa verwierf en de mijnbouwvergunningen later zouden worden verleend door de Griekse staat.
