(3) In Absprache mit den Mitgliedstaaten ergreift die Union die erforderlichen Maßnahmen zur Gewährleistung einer angemessenen Abstimmung und Zusammenarbeit mit multilateralen und regionalen Organisationen und Einrichtungen, unter anderem den europäischen und internationalen Finanzinstitutionen, den Sonderorganisationen, Fonds und Programmen der Vereinten Nationen, privaten und politischen Stiftungen sowie Gebern außerhalb der Europäischen Union.
3. De Unie doet, in overleg met de lidstaten, het nodige voor een goede coördinatie en samenwerking met multilaterale en regionale organisaties en entiteiten, waaronder, maar niet beperkt tot, Europese financiële instellingen, internationale financiële instellingen, agentschappen, fondsen en programma's van de Verenigde Naties, particuliere en politieke stichtingen en niet-EU-donoren.