Vertaling van "einrede in bezug " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

aufschiebende Einrede | dilatorische Einrede
dilatoire exceptie | opschortende exceptie | uitstellende exceptie

Einrede der Verjaehrung erheben | Einrede der Verjaehrung geltend machen
beroep op verjaring doen | zich op verjaring beroepen

Einrede der Simulation | Einrede des Scheingeschäfts
exceptie van schijnhandeling

Regel in Bezug auf den gleichzeitigen Bezug
cumulatieregel

Einschränkung in Bezug auf den gleichzeitigen Bezug von Leistungen
cumulatiebeperking

Einrede
exceptie

Zulässigkeit des Verfahrens [ Einrede der Unzulässigkeit ]
ontvankelijkheid [ uitzondering op de niet-ontvankelijkheid ]

Rentenhäufung [ Bezug mehrerer Renten ]
cumuleren van pensioenen

Lohn und Gehalt [ Besoldung | Bezüge | Dienstbezüge | Entgelt | Gehalt | Verdienst | Vergütung ]
loon [ bezoldiging | salaris | wedde ]

Unterstützung in Bezug auf Maschinenanlagen auf Schiffen leisten
ondersteuning voor machinesystemen van schepen bieden | ondersteuning voor machinesystemen van vaartuigen bieden

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Die Einrede des Ministerrates in Bezug auf den zweiten Klagegrund wird abgewiesen.
De exceptie van de Ministerraad met betrekking tot het tweede middel wordt verworpen.

Die Französische Rechtsanwaltskammer der Rechtsanwaltschaft von Brüssel und François Bruyns führen die gleiche Einrede in Bezug auf die Klagegründe in den Rechtssachen Nrn. 5577 und 5587 an.
De Franse Orde van advocaten bij de balie te Brussel en François Bruyns voeren dezelfde exceptie aan ten aanzien van de middelen in de zaken nrs. 5577 en 5587.

Da das Interesse der übrigen klagenden Parteien - vorbehaltlich der dritten - weder angefochten wird, noch anfechtbar ist, besteht kein Anlass, auf die Einrede der Flämischen Regierung in Bezug auf die fünfte und die sechste klagende Partei bezüglich des zweiten Klagegrunds einzugehen.
Aangezien het belang van de overige verzoekende partijen - behoudens de derde - niet wordt betwist, noch betwistbaar is, dient niet te worden ingegaan op de exceptie van de Vlaamse Regering ten aanzien van de vijfde en de zesde verzoekende partij wat het tweede middel betreft.

Was die Einrede in Bezug auf die erste Vorabentscheidungsfrage betrifft, stellt der Gerichtshof fest, dass Artikel 105 § 3 des Gesetzes vom 22. Januar 1985 am 30. Juni 2009 aufgehoben wurde, so dass eindeutig davon ausgegangen werden muss, dass er nicht auf die Ausgangsverfahren anwendbar ist.
Voor wat de exceptie met betrekking tot de eerste prejudiciële vraag betreft, stelt het Hof vast dat artikel 105, § 3, van de wet van 22 januari 1985, op 30 juni 2009, was opgeheven, zodat het klaarblijkelijk niet kan worden geacht van toepassing te zijn op de bodemgeschillen.

Die Einrede des Ministerrates in Bezug auf das Interesse der klagenden Parteien in der Rechtssache Nr. 6033 wird abgewiesen.
De exceptie van de Ministerraad betreffende het belang van de verzoekende partijen in de zaak nr. 6033 wordt verworpen.

Die Einrede wird abgewiesen. In Bezug auf den einzigen Klagegrund in der Rechtssache Nr. 5810 und den ersten Klagegrund in der Rechtssache Nr. 5813 B.7.1.
De exceptie wordt verworpen. Ten aanzien van het enige middel in de zaak nr. 5810 en het eerste middel in de zaak nr. 5813 B.7.1.

Gerichtliches Verfahren – Einrede der Rechtshängigkeit – Identität zweier Klagen in Bezug auf Parteien, Gegenstand und Klagegründe – Unzulässigkeit der später eingereichten Klage
Gerechtelijke procedure – Exceptie van litispendentie – Identiteit van partijen, voorwerp en middelen in twee beroepen – Niet-ontvankelijkheid van het als tweede ingestelde beroep

Uberdies schafft die Möglichkeit - im Gegensatz zum französischen Recht ohne zeitliche Begrenzung -, aufgrund von Artikel 159 der Verfassung eine Einrede der Ungesetzlichkeit in Bezug auf einen bestimmten Sektorenplan geltend zu machen, eine vollständige Rechtsunsicherheit auf Kosten der Verwirklichung der Raumordnungs- und Städtebaupolitik.
Bovendien doet de mogelijkheid - zonder beperking in de tijd, in tegenstelling tot het Franse recht - om op grond van artikel 159 van de Grondwet een exceptie van onwettigheid op te werpen die op een bepaald gewestplan betrekking heeft, algehele rechtsonzekerheid ontstaan ten koste van de verwezenlijking van het beleid inzake ruimtelijke ordening en stedenbouw.