14. betont, dass die Mitgliedstaaten entsprechend ihrer Haushaltslage differenzierte Strategien verfolgen sollten, und erklärt nachdrücklich, dass die Mitgliedstaaten das Wachstum der öffentlichen Ausgaben unter dem mittelfristigen Anstieg der BIP halten müssen, vorausgesetzt, dass steigende Ausgaben nicht mit zusätzli
chen diskretionären einnahmenseitigen Maßnahmen ausgeglichen werden; legt den Mitgliedstaaten nahe, auf der Ausgaben- und Einnahmenseite ihrer Haushalte vorrangig auf wachstumsfördernde Strategien, etwa in den Bereichen Bildung, Forschung, Innovation, Infrastruktur und Energie, zu setzen und die Effizienz solcher Aus
gaben und ...[+++]Einnahmen sicherzustellen; fordert effiziente, sozial gerechte und nachhaltige Reformen auf folgenden Gebieten:14. beklemtoont dat de lidstaten een op de eigen begrotingssituatie afgestemde strategie moeten volgen en hun overheidsuitgaven minder moeten laten stijgen dan de bbp-groeitrend op middellange termijn, met dien verstande dat toegenomen uitgaven niet gepaard gaan met extra discretionai
re inkomstenmaatregelen; verzoekt de lidstaten bij de uitgaven- en ontvangstenzijde van de begroting prioriteit te verlenen aan groeibevorderend beleid, bijvoorbeeld op het vlak van onderwijs, onderzoek, innovatie, infrastructuur en energie, en erop toe te zien dat die uitgaven en ontvangsten doelmatig plaatsvinden; dringt aan op een doelmatige, sociaal re
...[+++]chtvaardige en duurzame hervorming van