13. stellt fest, dass es in einigen Mitgliedstaaten größerer Transparenz und der Offenlegung von auf Vermögensverwaltung und besonders auf die Anlagenschichtung von Anbietern privater Alterssicherungsprodukte erhobener Gebühren bedarf; nimmt ferner die generationenübergreifenden Auswirkungen, die solche Gebühren durch die höhere finanzielle Belastung der jüngeren Generationen haben können, zur Kenntnis;
13. merkt op dat er in sommige lidstaten behoefte is aan meer transparantie en openbaarmaking van de kosten van vermogensbeheer, met name bij alle vormen van investeringen door particuliere pensioenaanbieders; wijst verder op de eventuele intergenerationele effecten van dergelijke kosten, in de vorm van een mogelijk grotere financiële last voor jongere generaties;