51. stellt fest, dass bis 2020 und darüber hinaus beträchtliche Investitionen in die Energieinfrastruktur erforderlich sein werden, um dem Klimawandel entgegenzuwirken, die europäischen Energienetze wie auch die transeuropäischen Energienetze zu modernisieren, ein europäisches Supernetz aufzubauen, intelligente Netze zu entwickeln und Verbundnetze zu errichten, die zur Förderung des Energiebinnenmarkts und zur Einbeziehung eines zunehmenden Anteils von Energie aus erneuerbaren Quellen sowie zur Entwicklung weiterer wichtiger Infrastrukturprojekte in Drittländern, insbesondere im Mittelmeerraum und in Eurasien, notwendig sind; weist darauf hin, dass die Energie aus erneuerbare
n Quellen die beste ...[+++]class=yellow3>einheimische Energieressource unseres Kontinents darstellt, und fordert deshalb, dass die Mitgliedstaaten ihren Verpflichtungen im Bereich der erneuerbaren Energien mit großem Engagement nachkommen;
51. merkt op dat er voor en na 2020 aanzienlijke investeringen in de energie-infrastructuur nodig zullen zijn om een antwoord te kunnen bieden op de klimaatverander
ing, om de Europese energienetwerken op te waarderen, met inbegrip van trans-Europese energienetwerken, om te komen tot een Europees supernetwerk, om intelligente netwerken te ontwikkelen en om te zorgen voor interconnecties, die van wezenlijk belang zijn om de interne energiemarkt te stimuleren en om het toenemende aandeel aan hernieuwbare energiebronnen te integreren, alsook om grote infrastructuurprojecten in derde landen verder te ontwikkelen, met name in het Middellandse
...[+++]Zeegebied en in Eurazië; herhaalt dat hernieuwbare energiebronnen de beste inheemse energiebronnen van ons continent zijn, en vraagt bijgevolg een ambitieuze tenuitvoerlegging van de verplichtingen inzake hernieuwbare energie van de lidstaten;