Jeder Mitgliedstaat ergreift die legislativen und sonstigen Maßnahmen, die erforderlich sind, um vorsätzliche Handlungen, die auf hoher See an Bord von Schiffen oder mittels anderer Wasserfahrzeuge oder schwimmender Verkehrsmittel, die nicht nach Artikel 4 vom Anwendungsbereich dieses Übereinkommens ausgenommen sind und die die Flagge eines Mitgliedstaats führen oder keine Staatszugehörigkeit
besitzen , begangen werden, als strafbare Zuwiderhandlung gegen
sein innerstaatliches Recht einzustufen und unter
Strafe zu stellen, wenn ...[+++] diese Handlungen im Recht jedes Mitgliedstaats als solche eingestuft und in dem Staat, der die Straftat mit einer Strafe oder einer freiheitsentziehenden Maßregel der Sicherung mit einer Höchstdauer von mindestens drei Jahren verfolgen will, wie ähnliche, in seinem Hoheitsgebiet begangene Handlungen unter Strafe gestellt sind; dabei geht es um folgende Straftaten:Elke lidstaat neemt de wetgevende en andere maatregelen die nodig zijn om de onderstaande opzettelijke handelingen , gepleegd op volle zee aan boord van een schip of met enig ander vaartuig of drijvend tuig dat overeenkomstig artikel 4 niet van het toepassingsgebied van deze overeenkomst is uitgesloten en dat onder de vlag van een van de
lidstaten vaart of geen nationaliteit heeft, strafbaar te stellen krachtens zijn nationale strafwetgeving en te bestraffen, zoals deze handelingen in het recht van de lidstaten zijn omschreven en voor zover in de lidstaa
t die de vervolging instelt ...[+++] op soortgelijke feiten die op het grondgebied onder zijn jurisdictie worden gepleegd, een vrijheidsstraf of een tot vrijheidsbeneming strekkende maatregel staat met een maximum van ten minste drie jaar. Het gaat om de volgende strafbare feiten: