Da nach Ablauf der in Artikel 3 § 1 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Schiedshof vorgesehenen sechsmonatigen Frist, die nach der Veröffentlichung des Dekrets vom 7. Juli 2006 im Belgischen Staatsblatt vom 13. Juli 2006 eingesetzt hat, keine Klage gegen Artikel 16 dieses Dekrets erhoben worden ist, ist die Klage auf Nichtigerklärung von Artikel 49 des Dekrets vom 10. Februar 2006 gegenstandslos.
Vermits na het verstrijken van de in artikel 3, § 1, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof bepaalde termijn van zes maanden, die inging na de bekendmaking van het decreet van 7 juli 2006 in het Belgisch Staatsblad van 13 juli 2006, geen beroep is ingesteld tegen artikel 16 van dat decreet, is het beroep tot vernietiging van artikel 49 van het decreet van 10 februari 2006 zonder voorwerp.