5. vertritt generell die Auffassung, dass der Schwerpunkt weiterhin auf die Prüfung der wirtschaftlichen Haushaltsführung, insbesondere der Wirtschaftlichkeit, Effizienz und Effektivität, mit der die Einrichtungen ihre Mittel bei der Wahrnehmung ihrer Verantwortlichkeiten eingesetzt haben, gelegt werden sollte;
5. is over het algemeen van mening dat meer nadruk moet worden gelegd op de controle van het goed financieel beheer van de agentschappen, met name van de zuinigheid, efficiëntie en doeltreffendheid waarmee de agentschappen hun kredieten voor de uitvoering van hun taken hebben gebruikt;