Dieses hat dem Gerichtshof die Frage vorgelegt, ob das 2007 in Deutschland eingeführte Spracherfordernis mit dem Unionsrecht und insbesondere mit der sog. Stillhalteklausel vereinbar ist, die seit Anfang der 1970er Jahre im Rahmen des Assoziierungsabkommens mit der Türkei gilt .
Deze rechterlijke instantie vraagt het Hof van Justitie of de in 2007 in Duitsland ingevoerde taalvoorwaarde verenigbaar is met het recht van de Unie, meer bepaald met de „standstillclausuleˮ die begin jaren 70 in het kader van de Associatieovereenkomst met Turkije is overeengekomen.