In einem ersten Teil werfen die Kläger den angefochtenen Bestimmungen vor, einem als unschuldig geltenden Personalmitglied eine unmenschliche und erniedrigende Behandlung aufzuerlegen sowie den Grundsatz der Gleichheit der Belgier zu verletzen, indem dieser Person der durch Artikel 3 der Europäischen Menschenrechtskonvention eingeführte Schutz entzogen werde.
In een eerste onderdeel verwijten de verzoekers de bestreden bepalingen een onmenselijke en vernederende behandeling op te leggen aan het personeelslid voor wie het vermoeden van onschuld geldt, en het beginsel van gelijkheid tussen de Belgen te schenden door die persoon de bescherming te ontzeggen die is vastgelegd in artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
