18. Die vom Rat unter den jeweiligen Präsidentschaften und von den Mitgliedstaaten eingebrachten Initiativen lassen darauf schließen, dass es einer operativeren Kooperations- und Koordinierungsinstanz [29] für die Kontrollen an den Außengrenzen und deren Überwachung bedarf.
18. Uit de door de opeenvolgende voorzitterschappen en door de lidstaten ingediende initiatieven kan worden opgemaakt dat er behoefte bestaat aan een meer operationele samenwerkings- en coördinatie-instantie [29] voor de controles en de bewaking aan de buitengrenzen.