1. Mittels Anordnung vom 11. März 1998 hat der Hof den Verweisungsrichter
über die Auswirkung zweier Elemente auf seine präjudizielle Frage befragt: einerseits die Abänderung von Artikel 1 letzter Absatz der koordinierten Gesetze über die Entschädigungspensionen durch Artikel 31 § 1 des Gesetzes v
om 7. Juni 1989 zur Einführung neuer Massnahmen zugunsten der Kriegsopfer, eine Abänderung, die am 1. Juli 1989 in Kraft getreten ist; andererseits die versöhnliche Art, in der die o.a. abändernde Bestimmung durch den Ministerrat interpretie
...[+++]rt worden ist.
1. Bij beschikking van 11 maart 1998 heeft het Hof de verwijzende rechter ondervraagd over de weerslag op diens prejudiciële vraag van twee elementen : enerzijds, de wijziging van artikel 1, laatste lid, van de gecoördineerde wetten op de vergoedingspensioenen, door artikel 31, § 1, van de wet van 7 juni 1989 « houdende instelling van nieuwe maatregelen van de oorlogsslachtoffers », een wijziging die in werking is getreden op 1 juli 1989; anderzijds, de verzoenende interpretatie die door de Ministerraad aan de voormelde wijzigende bepaling is gegeven.