4. hebt die Notwendigkeit einer Halbzeitbilanz von Artikel 2 aller Assoziierungsabkommen mit Mittelmeerländern hervor, um zu beurteilen, ob die Achtung der Menschenrechte und insbesondere der Rechte der Frauen sowie der demokratischen Prinzipien voll und ganz in diesen Abkommen verwirklicht ist; fordert die Einführung spezifischer Verfahren, die eine gezielte und wirksamere Anwendung der Menschenrechtsklauseln der Assoziierungsabkommen Europa-Mittelmeer erlauben;
4. dringt aan op een tussentijdse herziening van artikel 2 van alle met mediterrane landen gesloten associatieovereenkomsten, teneinde te kunnen beoordelen of de eerbiediging van de mensenrechten, en van de rechten van vrouwen in het bijzonder, alsmede van de democratische beginselen in deze overeenkomsten alle ruimte krijgt; wenst dat specifieke mechanismen worden ingevoerd waarmee de clausule van de rechten van de mens, als opgenomen in de euromediterrane associatieovereenkomsten, effectief en doelmatiger kan worden toegepast;