Wie der Hof bereits in B.6.5 dargelegt hat, wollte der Gesetzgeber durch die Einführung einer Ubergangsregelung zugunsten der ehemaligen Gendarmen und Militärpersonen in bezug auf das Pensionseintrittsalter ihren rechtmässigen Erwartungen Rechnung tragen und ihnen wegen des Ubergangs zum neuen Statut nicht eine im vorherigen Statut enthaltene günstigere Bestimmung vorenthalten.
Zoals het Hof al in B.6.5 heeft aangegeven, wou de wetgever, door op het vlak van de pensioengerechtigde leeftijd een overgangsregeling in het voordeel van de voormalige rijkswachters en militairen in te voeren, rekening houden met hun rechtmatige verwachtingen door, als gevolg van de overgang naar het nieuwe statuut, hen niet het voordeel te ontzeggen van een bepaling die gunstiger is in het oude statuut.