(3) Die Vereinheitlichung der Einfuhrregelung sollte dadurch gesichert werden, dass die Besonderheiten der Wirtschaftssysteme der betreffenden Drittländer weitestgehend berücksichtigt und daher Bestimmungen vorgesehen werden, die denen der gemeinsamen Regelung für andere Drittländer entsprechen.
(3) Eenvormigheid in de regeling voor de invoer moet worden verzekerd door het vaststellen van bepalingen die zoveel mogelijk overeenstemmen met die van de gemeenschappelijke regelingen die op andere derde landen van toepassing zijn, met inachtneming evenwel van de bijzondere kenmerken van de economische systemen van de desbetreffende derde landen.