« Verstossen die Artikel 2 und 4 des Gesetzes vom 22. Dezember 1999 über die Regularisierung des Aufenthalts bestimmter Kategorien von Ausländern, die sich auf dem Staatsgebiet des Königreichs aufhalten, wegen des zeitweiligen Charakters, den sie dem Gesetz erteilen, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, ggf. in Verbindung mit deren Artikel 191,
insoweit sie einen nicht auf ausreichend relevanten und vernünftigen Elementen beruhenden Beh
andlungsunterschied einführen zwischen den Ausländern, die `zum Zeitpunkt des Antrags' und in
...[+++]nerhalb der in Artikel 4 des Gesetzes vom 22. Dezember 1999 bestimmten dreiwöchigen Frist die in Artikel 2 bestimmten Bedingungen erfüllen, und den Ausländern, die dieselben Bedingungen nach Ablauf dieser Fristen erfüllen?« Schenden de artikelen 2 en
4 van de wet van 22 december 1999 betreffende de regularisatie van het verblijf van bepaalde categorieën van vreemdelingen verblijvend op het grondgebied van het Rijk, wegens het tijdelijke karakter dat zij aan die wet geven, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, eventueel in samenhang gelezen met artikel 191 ervan, in zoverre zij een verschil in behandeling in h
et leven roepen dat niet berust op elementen die voldoende relevant en redelijk zijn, tussen de vreemdelingen die voldoen aan de voorwaarden bedo
...[+++]eld in artikel 2 ` op het ogenblik van de aanvraag ' en binnen de termijn van drie weken vastgesteld in artikel 4 van de wet van 22 december 1999, en de vreemdelingen die aan dezelfde voorwaarden voldoen na het verstrijken van die termijnen ?