21. fordert die Mitgliedstaaten auf, für FuE und Innovation einerseits ebenso viele Finanzmittel bereitzustellen wie für Demonstrationsprojekte im Hinblick auf die Entwicklung von Technologien für „saubere Kohle“ andererseits;
21. dringt er bij de lidstaten op aan in gelijke mate financiële middelen ter beschikking te stellen voor enerzijds O+O+I, en anderzijds demonstratieprojecten voor de ontwikkeling van "schone steenkool"-technologieën;