(2) Die Befreiung wird nach Maßgabe des Absatzes 1 auch nach Aufgabe einer Zweitwohnung bei der Verbringung von zur Verbringung nach dem gewöhnlichen Wohnsitz oder einer anderen Zweitwohnung bestimmten Gegenständen gewährt, wenn diese Gegenstände vor Einrichtung einer Zweitwohnung tatsächlich im Besitz des Beteiligten waren und von ihm benutzt worden sind.
2. De vrijstelling wordt ook verleend onder de voorwaarden van lid 1 voor het binnenbrengen van goederen naar de gewone verblijfplaats of naar een andere tweede verblijfplaats ingevolge het verlaten van een tweede verblijfplaats, op voorwaarde dat de betrokkene de bewuste goederen vóór de vestiging van een tweede verblijfplaats werkelijk in bezit heeft gehad en gebruikt.