Wie der Gerichtshof in B.3.1 in Erinnerung gerufen hat, wird er mit der ersten Vorabents
cheidungsfrage dazu befragt, dass die drei vorerwähnten Arten von Einrichtungen hinsichtlich der von ihnen einzuhaltenden Zulassungsnor
men auf die gleiche Weise behandelt würden wie die Altenheime, die Tagespflegestätten, die Einrichtungen, die über Plätze für Kurzaufenthalte verfügen, und die Seniorenwohnungen,
obwohl sie sich in einer unterschiedlichen S ...[+++]ituation befänden, insofern die Letzteren nicht zum Anwendungsbereich der Richtlinie gehörten.
Zoals het Hof eraan heeft herinnerd in B.3.1, is aan het Hof, met de eerste prejudiciële vraag, een vraag gesteld over het feit dat de drie voormelde soorten van voorzieningen, ten aanzien van de erkenningsnormen waaraan zij moeten voldoen, identiek worden behandeld als de rusthuizen, de centra voor dagverzorging, de voorzieningen die over bedden voor kortverblijf beschikken en de woningen voor bejaarden, terwijl zij zich zouden bevinden in een verschillende situatie, in zoverre die laatste niet vallen onder het toepassingsgebied van de richtlijn.