19. fordert die Kommission und die Mitgliedstaaten auf, das geist
ige Wohlbefinden am Arbeitsplatz unter Einbeziehung einer ausgeprägten geschlechtsspezifischen Perspektive zu fördern und zu stärken und deutlich zu machen, dass bewährte Verfahren ausgearbeitet und ausgetauscht werden müssen; fordert, dass die Rolle der Sozialpartner und insbesondere der Gewerkschaften aufgewertet wird, da sie eine wichtige Aufgabe bei der Vorbeugung und der Bekämpfung von Gepflogenheiten am Arbeitsplatz wahrnehmen, die einen Affront gegen die Menschenwürde und gegen die V
...[+++]orstellung von menschenwürdiger Arbeit darstellen;
19. verzoekt de Commissie en de lidstaten het geestelijk welzijn op de werkplek te bevorderen en aan te moedigen, met inbegrip van een sterk genderperspectief, en de ontwikkeling en uitwisseling van optimale praktijken voorop te stellen; vraagt om een opgewaardeerde rol van de sociale partners, met name de vakbonden, gezien hun belangrijke rol bij de preventie en bestrijding van arbeidspraktijken die botsen met de menselijke waardigheid en het idee van fatsoenlijk werk;