Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Mindesteinheit für die Unterbringung einer Person
Staatsangehörigkeit einer juristischen Person
Unterschrift einer Person mit Zeichnungsbefugnis
Unterschrift einer bevollmächtigten Person

Traduction de «einer person dennoch » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
Unterschrift einer bevollmächtigten Person | Unterschrift einer Person mit Zeichnungsbefugnis

geautoriseerde ondertekening


Versicherung gegen den Verlust einer Person in einer Schlüsselposition

bedrijfsleidersverzekering


Mindesteinheit für die Unterbringung einer Person

minimale wooneenheid voor één persoon


Staatsangehörigkeit einer juristischen Person

nationaliteit van de rechtspersoon [ nationaliteit van de maatschappijen ]


Person, die im Verdacht steht, an einer auslieferungsfähigen Straftat beteiligt zu sein

persoon te wiens aanzien er een redelijk vermoeden bestaat dat hij is betrokken bij het plegen van een strafbaar feit


Rechts-, Geschäfts- und Handlungsfähigkeit einer natürlichen Person

bekwaamheid van een natuurlijke persoon


Rechts- und Handlungsfähigkeit einer juristischen Person

bekwaamheid van een rechtspersoon


Personenstand und Rechts-, Geschäfts- und Handlungsfähigkeit einer natürlichen Person

staat en bekwaamheid van een natuurlijke persoon
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
' Artikel 8 der Konvention enthält keine ausdrückliche Bestimmung bezüglich des Namens; als Mittel der persönlichen Identifizierung (Johansson gegen Finnland, Nr. 10163/02, § 37, 6. September 2007, und Daróczy gegen Ungarn, Nr. 44378/05, § 26, 1. Juli 2008) und der Verbindung mit einer Familie betrifft der Name einer Person dennoch ihr Privatleben und ihr Familienleben.

' artikel 8 van het Verdrag geen uitdrukkelijke bepaling inzake de naam bevat, maar dat als bepalend middel tot identificatie van een persoon (Johansson t. Finland, nr. 10163/02, § 37, 6 september 2007, en Daróczy t. Hongarije, nr. 44378/05, § 26, 1 juli 2008) en tot uitdrukking van een band met een gezin, de naam van een persoon niettemin zijn of haar privéleven en gezinsleven betreft.


Der Europäische Gerichtshof für Menschenrechte hat geurteilt: « Artikel 8 der Konvention enthält keine ausdrückliche Bestimmung bezüglich des Namens; als Mittel der persönlichen Identifizierung (Johansson gegen Finnland, Nr. 10163/02, § 37, 6. September 2007, und Daróczy gegen Ungarn, Nr. 44378/05, § 26, 1. Juli 2008) und der Verbindung mit einer Familie betrifft der Name einer Person dennoch ihr Privatleben und ihr Familienleben.

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft geoordeeld dat « artikel 8 van het Verdrag geen uitdrukkelijke bepaling inzake de naam bevat, maar dat als bepalend middel tot identificatie van een persoon (Johansson t. Finland, nr. 10163/02, § 37, 6 september 2007, en Daróczy t. Hongarije, nr. 44378/05, § 26, 1 juli 2008) en tot uitdrukking van een band met een gezin, de naam van een persoon niettemin zijn of haar privéleven en gezinsleven betreft.


Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten A. Alen, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfragen und Verfahren In seinem Urteil vom 17. Dezember 2014 in Sachen Sawra Kojar gegen das Öffentliche Sozialhilfezentrum Ostende, dessen Ausfertigung am 23. Dezember 2014 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Arbeitsgericht Gent, Abteilung Brügge, folgende Vorabentscheidungsfragen gestellt: « Enthält Artikel 14 § 1 des Gesetzes vom 26. Mai 2002 über das Recht auf soziale Eingliederung eine im Widerspruch zu den Artikeln 10 und 11 der Verfassung stehende Lücke durch das Fehlen ...[+++]

Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 17 december 2014 in zake Sawra Kojar tegen het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Oostende, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 23 december 2014, heeft de Arbeidsrechtbank te Gent, afdeling Brugge, de volgende prejudiciële vragen gesteld : « Bevat artikel 14, § 1, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie een lacune die strijdig is met art. 10 en 11 van de Grondwet, door het ontbreken van een categorie tussen de ca ...[+++]


« Enthält Artikel 14 § 1 des Gesetzes vom 26. Mai 2002 über das Recht auf soziale Eingliederung eine im Widerspruch zu den Artikeln 10 und 11 der Verfassung stehende Lücke durch das Fehlen einer Kategorie zwischen der Kategorie ' Person, die mit einer oder mehreren Personen zusammenwohnt ' und der Kategorie ' Alleinstehende ' und zwischen den entsprechenden Beträgen, so wie diese sinngemäß angewandt werden oder wenn diese angewandt werden müssen im Rahmen des Grundlagengesetzes vom 8. Juli 1976 über die öffentlichen Sozialhilfezentren, in einer tatsächlichen Situation, die ...[+++]

« Bevat artikel 14, § 1, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie een lacune die strijdig is met artikel 10 en 11 van de Grondwet, door het ontbreken van een categorie tussen de categorie ' persoon die met één of meerdere personen samenwoont ' en de categorie ' alleenstaande persoon ' en tussen de daarmee overeenstemmende bedragen, zoals die naar analogie toegepast worden of wanneer die moeten toegepast worden in het kader van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, in een feitelijke situatie die voor de helft die van een alleenstaande en voor de ...[+++]


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Wenn ein Mitgliedstaat die Möglichkeit vorsieht, Verhandlungen in Abwesenheit des Verdächtigen oder der beschuldigten Person durchzuführen, aber die Voraussetzungen für eine Verurteilung in Abwesenheit eines bestimmten Verdächtigen oder einer bestimmten beschuldigten Person nicht erfüllt waren, weil der Verdächtige oder die beschuldigte Person trotz angemessener Bemühungen nicht aufgefunden werden konnte, etwa weil die Person geflohen oder entkommen ist, sollte es dennoch möglich s ...[+++]

Wanneer lidstaten voorzien in de mogelijkheid om processen te voeren in afwezigheid van verdachten of beklaagden, maar niet is voldaan aan de voorwaarden om een beslissing te kunnen nemen bij afwezigheid van een bepaalde verdachte of beklaagde, omdat de verdachte of beklaagde, ondanks redelijke inspanningen, niet kon worden gelokaliseerd, bijvoorbeeld omdat hij is gevlucht of er vandoor is gegaan, moet het niettemin mogelijk zijn om een beslissing te nemen bij afwezigheid van de verdachte of beklaagde, en om deze beslissing ten uitvoer te leggen.


(3) Wird einer Person, die eine Reservierung oder einen Fahrschein besitzt und die Anforderungen des Artikels 14 Absatz 1 Buchstabe a erfüllt hat, die Beförderung aufgrund ihrer Behinderung oder eingeschränkten Mobilität dennoch verweigert, so wird dieser Person und allen Begleitpersonen im Sinne des Absatzes 4 des vorliegenden Artikels Folgendes zur Auswahl angeboten:

3. Aan de persoon met een handicap of met beperkte mobiliteit die een reservering of vervoerbewijs heeft en voldoet aan de in artikel 14, lid 1, onder a), gestelde voorwaarden, maar wie niettemin op grond van zijn handicap of beperkte mobiliteit de toegang tot het voertuig is geweigerd, alsmede aan zijn begeleider in de zin van lid 4 van dit artikel, wordt de keus gelaten tussen:


(3) Wird einem behinderten Menschen oder einer Person mit eingeschränkter Mobilität, der oder die eine Buchung oder einen Fahrschein besitzt und die in Artikel 11 Absatz 2 genannten Anforderungen erfüllt hat, die Einschiffung auf der Grundlage dieser Verordnung dennoch verweigert, so wird dieser Person und allen in Absatz 4 dieses Artikels genannten Begleitpersonen gemäß Anhang I der Anspruch auf Erstattung des Fahrpreises und auf eine anderweitige Beförderung zur Auswahl ...[+++]

3. Indien een gehandicapte of een persoon met beperkte mobiliteit die over een boeking of een vervoerbewijs beschikt en heeft voldaan aan de in artikel 11, lid 2, bedoelde vereisten, op grond van deze verordening desalniettemin niet mag inschepen, hebben de betrokkene en zijn begeleider overeenkomstig lid 4 van dit artikel de keuze tussen recht op terugbetaling of recht op vervoer langs een andere route overeenkomstig bijlage I. Het recht op de mogelijkheid van een terugreis of vervoer langs een andere route is afhankelijk van de vraag of aan alle veiligheidseisen wordt voldaan.


Artikel 34 § 2 kann zwar zur Folge haben, dass die Situation einer Person, die infolge eines Fehlers einen Schaden erlitten hat, hinsichtlich der Verjährungsfristen weniger vorteilhaft ist, wenn diese Person den eigenen Anspruch geltend macht, den sie gegenüber dem Versicherer ausüben kann, als wenn sie die vertragliche Haftungsklage gegen den Schadensverursacher ausübt, doch die fragliche Bestimmung steht dennoch nicht im Widerspruch zu den Artikeln 10 und 11 der Verfassung.

Hoewel het juist is dat artikel 34, § 2, tot gevolg kan hebben dat de situatie van een persoon die als gevolg van een fout schade heeft geleden, op het vlak van de verjaringstermijn minder gunstig is wanneer die persoon het eigen recht aanwendt dat hij tegen de verzekeraar kan uitoefenen, dan wanneer hij de contractuele aansprakelijkheidsvordering tegen de schadeverwekker instelt, vloeit hieruit niet voort dat de in het geding zijnde bepaling strijdig is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.


Artikel 34 § 2 hat zwar zur Folge, dass die Situation einer Person, die infolge eines Fehlers einen Schaden erlitten hat, hinsichtlich der Verjährungsfristen weniger vorteilhaft ist, wenn diese Person das eigene Recht anwendet, das sie gegenüber dem Versicherer ausüben kann, als wenn sie die Haftungsklage gegen den Schadensverursacher ausübt, doch die fragliche Bestimmung steht dennoch nicht im Widerspruch zu den Artikeln 10 und 11 der Verfassung.

Hoewel het juist is dat artikel 34, § 2, tot gevolg heeft dat de situatie van een persoon die als gevolg van een fout schade heeft geleden, op het vlak van de verjaringstermijn minder gunstig is wanneer die persoon het eigen recht aanwendt dat hij tegen de verzekeraar kan uitoefenen, dan wanneer hij de aansprakelijkheidsvordering tegen de schadeverwekker instelt, vloeit hieruit niet voort dat de in het geding zijnde bepaling strijdig is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.


(2) Besteht in dem zuständigen Mitgliedstaat keine Versicherung gegen Arbeitsunfälle oder Berufskrankheiten, so finden die Bestimmungen dieses Kapitels über Sachleistungen dennoch auf eine Person Anwendung, die bei Krankheit, Mutterschaft oder gleichgestellter Vaterschaft nach den Rechtsvorschriften dieses Mitgliedstaats Anspruch auf diese Leistungen hat, falls die betreffende Person einen Arbeitsunfall erleidet oder an einer Berufskrankheit leidet, während sie in einem anderen Mitgliedstaat w ...[+++]

2. Indien in de bevoegde staat geen verzekering bestaat tegen arbeidsongevallen of beroepsziekten, is het bepaalde in dit hoofdstuk betreffende verstrekkingen niettemin van toepassing op een persoon die aanspraak kan maken op prestaties bij ziekte, en moederschaps- en daarmee gelijkgestelde vaderschapsuitkeringen, overeenkomstig de wetgeving van die lidstaat indien de betrokkene getroffen wordt door een arbeidsongeval of aan een beroepsziekte lijdt, terwijl hij in een andere lidstaat woont of verblijft.




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'einer person dennoch' ->

Date index: 2021-03-21
w