Vertaling van "einer maximalen breite " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Breite des Übergangsbereiches einer Torkennlinie
breedte van het overgangsgebied van de karakteristiek van een poort

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

5° Hecke: ein mit einheimischen Bäumen oder Sträuchern bepflanzter, mindestens zehn Meter langer ununterbrochener Abschnitt, einschließlich der maximalen Abstände von vier Metern zwischen den Bestandteilen der Hecke, mit einer maximalen Breite von zehn Metern an der Basis; ";
5° haag: ononderbroken stuk inheemse bomen of struiken met een minimumlengte van tien meter, incluis de afstanden van maximum vier meter tussen de elementen van de haag, en een maximumbreedte van tien meter aan de voet; ";

ein mit einheimischen Bäumen bepflanzter, mindestens zehn Meter langer ununterbrochener Abschnitt, einschließlich der maximalen Abstände von vier Metern zwischen den Bestandteilen der Hecke, mit einer maximalen Breite von 10 Metern an der Basis; ";
"1° bomenrijen: ononderbroken stuk inheemse bomen met een minimumlengte van tien meter, incluis de afstanden van maximum vier meter tussen de elementen, en een maximumbreedte van 10 meter aan de voet; ";

"8° Einheimische Hecke: ein mit einheimischen Bäumen oder Sträuchern bepflanzter, mindestens zehn Meter langer ununterbrochener Abschnitt, einschließlich der maximalen Abstände von vier Metern zwischen den Bestandteilen der Hecke, mit einer maximalen Breite von zehn Metern an der Basis; ";
"8° inheemse haag ononderbroken stuk inheemse bomen of struiken met een minimumlengte van tien meter, incluis de afstanden van maximum vier meter tussen de elementen van de haag, en een maximumbreedte van tien meter aan de voet";

"1° bei den auf landwirtschaftlichen Flächen befindlichen Hecken handelt es sich mit einheimischen Bäumen oder Sträuchern bepflanzte, mindestens zehn Meter langer ununterbrochene Abschnitte, einschließlich der maximalen Abstände von vier Metern zwischen den Bestandteilen der Hecke, mit einer maximalen Breite von zehn Metern an der Basis; ";
"1° heggen gelegen op landbouwgronden zijn ononderbroken stukken inheemse bomen of struiken met een minimumlengte van tien meter, incluis de afstanden van maximum vier meter tussen de elementen van de haag en met een maximumbreedte van tien meter aan de voet; ";