Artikel 5 der Richtlinie legt fest, dass Mitgliedstaaten, die die Ermächtigung einer anerkannten Organisation beschließen, ein förmliches „Auftragsverhältnis“ mit dieser Organisation in Form einer formalisierten schriftlichen Vereinbarung oder einer gleichwertigen rechtlichen Vereinbarung eingehen.
Volgens artikel 5 van de richtlijn moet een lidstaat die een erkende organisatie machtigt, een formele "werkafspraak" met de desbetreffende erkende organisatie vaststellen in de vorm van een formele schriftelijke overeenkomst of een gelijkwaardige juridische regeling.