(3) Der Verlust einer Fahrerkarte muss den zuständigen Behörden des ausstellenden Mitgliedstaates sowie, falls es sich nicht um denselben Staat handelt, den zuständigen Behörden des Mitgliedstaats, in dem der Fahrer seinen gewöhnlichen Wohnsitz hat, ordnungsgemäß gemeldet werden.
3. Van het verlies van de bestuurderskaart moet aangifte worden gedaan bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaat die de kaart heeft afgegeven, alsmede bij die van de lidstaat waar de houder zijn gewone verblijfplaats heeft, indien deze verschillen.