Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "einer bekanntmachung unmöglich oder völlig " (Duits → Nederlands) :

Unter bestimmten außergewöhnlichen Umständen kann die Anwendung eines Verfahrens mit Veröffentlichung einer Bekanntmachung unmöglich oder völlig unangemessen sein.

In bepaalde uitzonderlijke omstandigheden kan de toepassing van een procedure van gunning door onderhandelingen met bekendmaking van een aankondiging van een opdracht onmogelijk of totaal ongeschikt zijn.


Unter bestimmten außergewöhnlichen Umständen kann die Anwendung eines Verfahrens mit Veröffentlichung einer Bekanntmachung unmöglich oder völlig unangemessen sein.

In bepaalde uitzonderlijke omstandigheden kan de toepassing van een procedure van gunning door onderhandelingen met bekendmaking van een aankondiging van een opdracht onmogelijk of totaal ongeschikt zijn.


Sobald der Plan oder das Schema Gegenstand eines endgültigen, ausdrücklichen oder stillschweigenden Beschlusses gewesen ist, informiert die in § 1 Absatz 1 genannte Behörde oder ihr Vertreter die zuständigen Behörden der Region oder des Staates, dass der Beschluss Gegenstand einer Bekanntmachung durch Anschlag nach Artikel D.VIII.26 gewesen ist, und dass der Plan oder das Schema während der ganzen Dauer dieser Bekanntmachung nach den Modalitäte ...[+++]

Zodra het plan of het ontwikkelingsplan het voorwerp heeft uitgemaakt van een definitieve, expliciete of stilzwijgende beslissing, informeert de overheid bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, of haar afgevaardigde, de bevoegde overheden van het Gewest of de Staat over het feit dat de beslissing het voorwerp uitmaakt van de aanplakking bedoeld in artikel D.VIII.26 en dat, tijdens de hele duur van de aanplakking, het plan ter inzage ligt volgens de modaliteiten bedoeld in artikel D.VIII.17.


Wie der Gerichtshof in seinem Entscheid Nr. 5/2007 vom 11. Januar 2007 ebenfalls erkannt hat, hat das Fehlen einer gesetzlichen Vermutung der Zurechenbarkeit in Artikel 67ter nicht zur Folge, dass die Zurechnung von Verstößen im Bereich des Straßenverkehrs zu Lasten einer natürlichen Person oder einer juristischen Person unmöglich würde, da diese Zurechnung durch den Richter nach den gemeinrechtlichen Regeln vorgenommen werden muss.

Zoals het Hof eveneens bij zijn arrest nr. 5/2007 van 11 januari 2007 heeft geoordeeld, heeft de ontstentenis van een wettelijk vermoeden van toerekenbaarheid in artikel 67ter niet tot gevolg dat wordt verhinderd dat de verkeersovertredingen ten laste worden gelegd van een natuurlijke persoon of een rechtspersoon, aangezien die tenlastelegging dient te gebeuren door de rechter volgens de regels van het gemeen recht.


Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 Mit Klageschriften, die dem Gerichtshof mit am 1. März 2016 bei der Post aufgegebenen Einschreibebriefen zugesandt wurden und am 2. und 3. März 2016 in der Kanzlei eingegangen sind, erhoben jeweils Klage auf Nichtigerklärung des Gesetzes vom 23. August 2015 zur Einfügung eines Artikels 1412quinquies zur Regelung der Pfändung von Gütern einer fremden Macht oder einer öffentlich-rechtlichen supranationalen oder internationalen Organisation in das Ge ...[+++]

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij verzoekschriften die aan het Hof zijn toegezonden bij op 1 maart 2016 ter post aangetekende brieven en ter griffie zijn ingekomen op 2 en 3 maart 2016, zijn beroepen tot vernietiging ingesteld van de wet van 23 augustus 2015 tot invoeging van een artikel 1412quinquies in het Gerechtelijk Wetboek, houdende het beslag op eigendommen van een buitenlandse mogendheid of van een publiekrechtelijke supranationale of internationale organisatie (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 3 september 2015), respectievelijk door de vennootschap naar het recht van d ...[+++]


Ist jedoch die zuständige Behörde nach einer fallbezogenen Bewertung der Verhältnismäßigkeit der Bekanntmachung der betreffenden Daten zu der Ansicht gelangt, dass die Bekanntmachung der Identität der juristischen Personen oder der Identität oder der personenbezogenen Daten natürlicher Personen unverhältnismäßig wäre, oder würde die Bekanntmachung die Stabilität der Finanzmärkte oder laufende Ermittlungen gefährden, kann die zustän ...[+++]

Indien de bekendmaking van de identiteit van de rechtspersonen, of van de identiteit of de persoonlijke gegevens van de natuurlijke personen, na een per geval uitgevoerde beoordeling van de evenredigheid van die bekendmaking door de bevoegde autoriteit echter onevenredig wordt geacht, of indien bekendmaking de stabiliteit van de financiële markten of een lopend onderzoek in gevaar brengt, kan de bevoegde autoriteit besluiten bekendmaking uit te stellen, niet tot bekendmaking over te gaan o ...[+++]


Befragt wird der Gerichtshof zur Vereinbarkeit von Artikel 347-1 des Zivilgesetzbuches mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, insofern diese Bestimmung zur Folge habe, dass « eine neue einfache Adoption völlig unmöglich ist im Falle einer volljährigen Person mit einem auf einer Volladoption beruhenden Abstammungsverhältnis, wenn der Adoptierende verstorben ist, während bei einer volljährigen Person mit einem ursprünglichen Abstammungsverhältnis eine einfache Adoption immer möglich ist, und zwar auch dann, wenn ihre beiden Eltern noch am Leben sind ».

Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid van artikel 347-1 van het Burgerlijk Wetboek met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het tot gevolg zou hebben dat « een nieuwe gewone adoptie absoluut onmogelijk is van een meerderjarige persoon met een volle adoptieve afstammingsband, bij overlijden van de adoptant, daar waar bij een meerderjarige persoon met een oorspronkelijke afstammingsband een gewone adoptie steeds mogelijk is, zelfs wanneer diens beide ouders nog in leven zijn ».


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten E. De Groot, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 26. Februar 2015 in Sachen R.S. und M.S., dessen Ausfertigung am 5. Juni 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Ostflandern, Abteilung Gent, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 347-1 des Zivilgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern er zur Folge hat, dass - eine neue einfache Adoption völlig unm ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 26 februari 2015 in zake R.S. en M.S., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 5 juni 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 347-1 van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het tot gevolg heeft dat : - een nieuwe gew ...[+++]


Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 In seinem Urteil vom 18. April 2016 in Sachen B.L. gegen das Landesinstitut für Kranken- und Invalidenversicherung, dessen Ausfertigung am 26. April 2016 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Lüttich, Abteilung Huy, folgende Vorabentscheidungsfragen gestellt: - « Verstößt Artikel 2 Nr. 7 des Gesetzes vom 31. März 2010 [über die Vergütung von Schäden infolge von Gesundheitspflegeleistungen] gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er einen anormalen Schaden als Schaden, der unter Berücksichtigung des heutigen Standes der Wissenschaft nicht h ...[+++]

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 18 april 2016 in zake B.L. tegen het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 26 april 2016, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Luik, afdeling Hoei, de volgende prejudiciële vragen gesteld : - « Schendt artikel 2, 7°, van de wet van 31 maart 2010 [betreffende de vergoeding van schade als gevolg van gezondheidszorg] de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het abnormale schade definieert als schad ...[+++]


Würde hingegen die öffentliche Bekanntmachung einer Entscheidung die Stabilität des Finanzsystems oder eine laufende offizielle Ermittlung ernsthaft gefährden oder den beteiligten Institutionen oder natürlichen Personen einen unverhältnismäßig großen Schaden — sofern sich dieser ermitteln lässt — zufügen oder ergibt bei Verhängung der Sanktion gegen eine natürliche Person eine vorgeschriebene vorherige Bewertung der Verhältnismäßigkeit der öffentlichen Bekanntmachung, dass die ...[+++]

Indien de bekendmaking van een beslissing evenwel de stabiliteit van het financieel systeem of een lopend officieel onderzoek ernstig in gevaar zou brengen of indien, voor zover kan worden vastgesteld, onevenredige en ernstige schade zou toebrengen aan de betrokken instellingen en individuen, of indien, wanneer de sanctie wordt opgelegd aan een natuurlijke persoon, uit een verplichte voorafgaande beoordeling van de evenredigheid van de bekendmaking blijkt dat publicatie van persoonsgegevens onevenredig is, moet de bevoegde autoriteit kunnen besluiten derg ...[+++]


w