2. Verstösst der Artikel 3 des K.E. vom 20. Juli 2001 über die zulassung von Fahzzeugen gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern er die in Belgien wohnhaften Geschäftsführer einer Gesellschaft mit Sitz im Ausland gegenüber den in Belgien wohnhaften Arbeiter[n] und Angestellte[n] einer Gesellschaft mit Sitz im Ausland diskriminiert, da Erstere ihr im Ausland auf die Gesellschaft zugelassenes Firmenfahrzeug nicht in Belgien nutzen dürfen und dieses auf ihren persönlichen Namen in Belgien anmelden müssen während dies nicht für die Zweiten gilt, die in den Genuss einer Ausnahmegenehmigung kommen können?
2. Schendt artikel 3 van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het de in België wonende zaakvoerders van een vennootschap met zetel in het buitenland discrimineert ten opzichte van de in België wonende arbeiders en bedienden van een vennootschap met zetel in het buitenland, aangezien de eerstgenoemden hun firmawagen die in het buitenland op naam van de vennootschap is ingeschre
ven, in België niet mogen gebruiken en hem op hun naam in België moeten laten inschrijven, terwijl dit niet geldt voor de laatstgenoemden, die het voordeel van een uitzon
...[+++]deringsregeling kunnen genieten ?