Aus den Vorarbeiten zum Gesetz vom 14. Februar 1961 geht hervor, dass der Gesetzgeber « darauf abgezielt [hat], die Gemeinden auf territorialer Ebene zu reorganisieren, um kleine und nicht lebensfähige Gemeinden aufzulösen, die einen wunden Punkt in unserer heutigen Verwaltungsorganisation darstellen, und um die aufgrund faktischer und wirtschaftlicher Umstände notwendig gewordenen Neugruppierungen durchzuführen » (Parl. Dok., Kammer, 1959-1960, Nr. 649/1, S. 42).
Uit de parlementaire voorbereiding van de wet van 14 februari 1961 blijkt dat de wetgever « tot doel [had] de gemeenten te reorganiseren op het territoriaal vlak, ten einde tot de uitschakeling te komen van de kleine niet-leefbare gemeenten, die een wonde uitmaken in onze huidige administratieve organisatie, en tot de verwezenlijking te komen van hergroeperingen die noodzakelijk worden gemaakt door omstandigheden van feitelijke en economische aard » (Parl. St., Kamer, 1959-1960, nr. 649/1, p. 42).