Die Haltung der Öffentlichkeit schwankte dabei zwischen einer gewissen Beunruhigung, die eher aus emotionalen als aus wissenschaftlich begründeten Befürchtungen bezüglich der Auswirkungen auf die menschliche Gesundheit und die biologische Vielfalt genährt wurden, und dem Wunsch, weiterhin weltweit einen der vorderen Plätze bei der Beherrschung der Zukunftstechnologien einzunehmen.
De publieke opinie werd heen en weer geslingerd tussen een zekere, meer op emotie dan op wetenschappelijke gronden gebaseerde angst voor de effecten op de volksgezondheid of de biodiversiteit en de wens deel te blijven uitmaken van de kopgroep van landen die de technologieën van de toekomst onder de knie hebben.