a) die Forderungen an Kreditinstitute und Kunden (Aktivposten 3 und 4), Schuldverschreibungen sowie Aktien und andere nic
ht festverzinsliche Wertpapiere, die unter die Aktivposten 5 und 6 fallen und nicht wie Finanzanlagen im Sinne des Artikels 35 Absatz 2 bewertet werden und die nicht Teil des Handel
sbestandes sind, zu einem niedrigeren Wert angesetzt werden, als er sich bei Anwendung von Artikel 39 Absatz 1 der Richtlinie 78/660/EWG ergeben würde, soweit dies aus Gründen der Vorsicht in Anbetracht der besonderen bankgeschäftlichen R
...[+++]isiken erforderlich ist.
a) vorderingen op kredietinstellingen en cliënten (actiefposten 3 en 4), alsmede obligaties en andere vastrentende waardepapieren, en aandelen en andere niet-vastrentende waardepapieren welke in de actiefposten 5 en 6 worden opgenomen, niet behoren tot de financiële vaste activa in de zin van artikel 35, lid 2, en geen deel uitmaken van de handelsportefeuille, tegen een lagere waarde worden opgenomen dan die waartoe toepassing van artikel 39, lid 1, van Richtlijn 78/660/EEG zou leiden, indien zulks om redenen van voorzichtigheid wegens de bijzondere, met het bankbedrijf samenhangende risico¢s geboden is.