Der Gesetzgeber macht es den Kindern im Sinne von Artikel 10 Absatz 1 des Gesetzbuches nicht unmöglich, eine Staatsangehörigkeit zu besitzen, sondern begrenzt sich darauf zu verhindern, dass diejenigen unter ihnen, die durch einen einfachen Verwaltungsschritt eine andere Staatsangehörigkeit erhalten können, automatisch die belgische Staatsangehörigkeit erhalten.
De wetgever maakt het de door artikel 10, eerste lid, van het Wetboek beoogde kinderen niet onmogelijk om een nationaliteit te bezitten, maar beperkt zich ertoe te beletten dat diegenen onder hen die, door middel van een eenvoudige administratieve handeling, een andere nationaliteit kunnen genieten, automatisch de Belgische nationaliteit verkrijgen.
