Vertaling van "einen beschluss wonach " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

auf einen Beschluss zurückkommen
op een beslissing terugkomen

Beschluss (EU) [ Beschluss der Europäischen Zentralbank | Beschluss der Gemeinschaft | Beschluss des Europäischen Parlaments | Beschluss des Europäischen Rates | Beschluss des Rates | Entscheidung der Gemeinschaft | Entscheidung der Kommission | Entscheidung des Rates ]
besluit (EU) [ beschikking van de Commissie | beschikking van de Raad | besluit van de Europese Centrale Bank | besluit van de Europese Raad | besluit van het Europees Parlement | EG-beschikking ]

Beschluss 2008/616/JI des Rates vom 23. Juni 2008 zur Durchführung des Beschlusses 2008/615/JI zur Vertiefung der grenzüberschreitenden Zusammenarbeit, insbesondere zur Bekämpfung des Terrorismus und der grenzüberschreitenden Kriminalität, | Durchführungsbeschluss zum Prüm-Beschluss | Prümer Beschluss
Besluit 2008/616/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 betreffende de uitvoering van Besluit 2008/615/JBZ inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit | Prümuitvoeringsbesluit

Beschluss 2008/615/JI des Rates vom 23. Juni 2008 zur Vertiefung der grenzüberschreitenden Zusammenarbeit, insbesondere zur Bekämpfung des Terrorismus und der grenzüberschreitenden Kriminalität | Beschluss zum Prümer Vertrag | Prüm-Beschluss | Prümer Beschluss
Besluit 2008/615/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit | Prümbesluit

Sonstige Beschlüsse (Ohne Aussprache angenommen. Bei Rechtsetzungsakten sind Gegenstimmen und Stimmenthaltungen angegeben. Beschlüsse, zu denen Erklärungen vorliegen, die auf Beschluss des Rates der Öffentlichkeit zugänglich gemacht werden, sind durch * gekennzeichnet; die betreffenden Erklärungen sind beim Pressedienst erhältlich.)
Overige besluiten (Aangenomen zonder debat. In het geval van wetgevingsbesluiten zijn de tegenstemmen en onthoudingen vermeld. Besluiten die vergezeld gaan van verklaringen die de Raad voor het publiek beschikbaar heeft gesteld, dan wel van stemverklaringen, zijn aangegeven met een asterisk; deze verklaringen zijn verkrijgbaar bij de Persdienst.)

delegierter Beschluss [ Delegierter Beschluss der Kommission ]
gedelegeerd besluit [ gedelegeerd besluit van de Commissie ]

Ordonnance [ Beschluss ]
beschikking

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

6. bedauert den Beschluss, wonach lediglich 6,28 % der Unterstützung in Höhe von 51,8 Mio. EUR (von denen 26 Mio. EUR von der EU bereitgestellt werden) für Schulungen und somit für aktive arbeitsmarktpolitische Maßnahmen aufgewandt werden; vertritt die Auffassung, dass dies den Grundsätzen, die dem Fonds für die Anpassung an die Globalisierung zugrunde liegen, zuwiderläuft; stellt fest, dass der Anteil der Ausgaben für die in diesem Antrag für personalisierte Dienstleistungen vorgesehenen Maßnahmen (42 %) nicht mit der nun gültigen Verordnung (Obergrenze 35 %) in Einklang zu bringen wäre;
6. betreurt het besluit om slechts 6,28 % van de 51,8 miljoen EUR aan steun (waarvan 26 miljoen EUR EU-financiering) te besteden aan opleidingen en dus aan actieve arbeidsmarktmaatregelen; is van mening dat dit afwijkt van de beginselen waarvoor het fonds voor aanpassing aan de globalisering is opgericht; wijst erop dat het grote aantal vergoedingen voor individuele dienstverlening (42 %) in deze aanvraag niet in overeenstemming zou zijn met de huidige verordening (maximum 35 %);

Der Gerichtshof wird befragt zur Vereinbarkeit von Artikel 7 des Gesetzes vom 23. Dezember 1986 und von Artikel 378 des EStGB 1992 mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, insofern die in Artikel 381 des EStGB 1992 angeführte Frist für die Hinterlegung neuer Schriftstücke oder neuer Beschwerdegründe in der Auslegung, wonach diese Bestimmungen in der geprüften Fassung es nicht erforderten, dass eine Beschwerde, die gegen den Beschluss des Ständigen Ausschusses in Bezug auf Gemeindesteuern eingereicht worden sei, dem Letztgenannten zugestellt werden müsse, nicht zum Vorteil des Steuerpflichtigen beginnen könne, der eine Beschwerde in Bezug auf Gemeindesteuern einreiche, im Gegensatz zu dem, was für einen Steuerpflichtigen gelte, der eine Beschwerde in Bezug auf provinziale Steuern einreiche.
Aan het Hof wordt een vraag gesteld over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van artikel 7 van de wet van 23 december 1986 en van artikel 378 van het WIB 1992, in zoverre de in artikel 381 van het WIB 1992 bedoelde termijn voor het neerleggen van nieuwe stukken of nieuwe grieven, in de interpretatie waarin die bepalingen in de onderzochte versie niet vereisen dat een beroep dat is ingesteld tegen de beslissing die de bestendige deputatie inzake gemeentelijke fiscaliteit heeft genomen, aan laatstgenoemde moet worden betekend, niet zou kunnen aanvangen ten voordele van de belastingplichtige die een beroep inzake gemeentelijke fiscaliteit instelt, in tegenstelling tot hetgeen geldt voor de belastingplichtige die een beroep inzake provinciale fiscaliteit instelt.

– fasst der Rat einstimmig nach Anhörung des Europäischen Parlaments einen Beschluss, wonach auf alle Bereiche oder Teile der Bereiche, die unter diesen Titel fallen, das Verfahren des Artikels 251 anzuwenden ist und die Bestimmungen über die Zuständigkeit des Gerichtshofs angepasst werden.
- neemt de Raad met eenparigheid van stemmen, na raadpleging van het Europees Parlement, een besluit teneinde de procedure van Artikel 251 toe te passen op alle onder deze titel vallende gebieden, dan wel delen ervan, en de bepalingen betreffende de bevoegdheden van het Hof van Justitie aan te passen.

Die fragliche Bestimmung kann jedoch so ausgelegt werden, dass sie in der Auslegung, wonach das Büro für juristischen Beistand eine Behörde oder Einrichtung ist, die mit der Anwendung der Gesetze und Verordnungen im Sinne der Artikel 579 Nr. 6, 580, 581 und 582 Nrn. 1 und 2 des Gerichtsgesetzbuches beauftragt ist, und die Person die beim Arbeitsgericht einen Beschluss dieses Büros anficht, ein Sozialversicherter im Sinne von Artikel 2 Nr. 7 des Gesetzes vom 11. April 1995 zur Einführung der « Charta » der Sozialversicherten ist, auf die Person anwendbar ist, die beim Arbeitsgericht den Beschluss des Büros für juristischen Beistand anficht.
De in het geding zijnde bepaling kan evenwel aldus worden uitgelegd dat ze, in de interpretatie dat het bureau voor juridische bijstand een overheid of een instelling is belast met het toepassen van de wetten en verordeningen bedoeld in de artikelen 579, 6°, 580, 581 en 582, 1° en 2°, van het Gerechtelijk Wetboek en dat de persoon die bij de arbeidsrechtbank een beslissing van dat bureau bestrijdt een sociaal verzekerde is in de zin van artikel 2, 7°, van de wet van 11 april 1995 tot invoering van het « handvest » van de sociaal verzekerde, van toepassing is op de persoon die bij de arbeidsrechtbank de beslissing van het bureau voor juridische bijstand bestrijdt.

In der Auslegung, wonach das Büro für juristischen Beistand eine Behörde oder Einrichtung ist, die mit der Anwendung der Gesetze und Verordnungen im Sinne der Artikel 579 Nr. 6, 580, 581 und 582 Nrn. 1 und 2 des Gerichtsgesetzbuches beauftragt ist, und die Person, die beim Arbeitsgericht einen Beschluss dieses Büros anficht, ein Sozialversicherter im Sinne von Artikel 2 Nr. 7 des Gesetzes vom 11. April 1995 zur Einführung der « Charta » der Sozialversicherten ist, sind die Bedingungen erfüllt, die in der fraglichen Bestimmung vorgesehen sind, damit die Behörde oder Einrichtung in die Gerichtskosten verurteilt wird, ausser bei leichtfertigen oder schikanösen Klagen.
In de interpretatie dat het bureau voor juridische bijstand een overheid of een instelling is belast met het toepassen van de wetten en verordeningen bedoeld in de artikelen 579, 6°, 580, 581 en 582, 1° en 2°, van het Gerechtelijk Wetboek en dat de persoon die bij de arbeidsrechtbank een beslissing van dat bureau bestrijdt een sociaal verzekerde is in de zin van artikel 2, 7°, van de wet van 11 april 1995 tot invoering van het « handvest » van de sociaal verzekerde, is aan de voorwaarden voldaan waarin de in het geding zijnde bepaling voorziet opdat de overheid of de instelling in de kosten wordt verwezen, behoudens wanneer het geding tergend of roekeloos is.

In der Auslegung, wonach eine Person, die vor dem Arbeitsgericht einen Beschluss des Büros für juristischen Beistand anficht, kein Sozialversicherter im Sinne von Artikel 2 Nr. 7 des Gesetzes vom 11. April 1995 zur Einführung der « Charta » der Sozialversicherten ist, ist es folglich vernünftig gerechtfertigt, dass sie nicht in den Genuss der fraglichen Bestimmung gelangen kann, selbst wenn das Büro für juristischen Beistand eine Behörde oder Einrichtung wäre, die mit der Anwendung der Gesetze und Verordnungen im Sinne der Artikel 579 Nr. 6, 580, 581 und 582 Nrn. 1 und 2 des Gerichtsgesetzbuches beauftragt wäre.
In de interpretatie dat de persoon die bij de arbeidsrechtbank een beslissing van het bureau voor juridische bijstand bestrijdt, geen sociaal verzekerde is in de zin van artikel 2, 7°, van de wet van 11 april 1995 tot invoering van het « handvest » van de sociaal verzekerde, is het bijgevolg redelijk verantwoord dat hij de in het geding zijnde bepaling niet kan genieten, ook al zou het bureau voor juridische bijstand een overheid of instelling zijn belast met het toepassen van de wetten en verordeningen bedoeld in de artikelen 579, 6°, 580, 581 en 582, 1° en 2°, van het Gerechtelijk Wetboek.

In der Auslegung, wonach das Büro für juristischen Beistand nicht als eine Behörde oder Einrichtung, die mit der Anwendung der Gesetze und Verordnungen im Sinne der Artikel 579 Nr. 6, 580, 581 und 582 Nrn. 1 und 2 des Gerichtsgesetzbuches beauftragt ist, angesehen werden kann, ist es folglich vernünftig gerechtfertigt, dass die Person, die beim Arbeitsgericht einen Beschluss des Büros für juristischen Beistand anficht, nicht in den Genuss der fraglichen Bestimmung gelangen kann, auch wenn sie ein Sozialversicherter im Sinne von Artikel 2 Nr. 7 des Gesetzes vom 11. April 1995 zur Einführung der « Charta » der Sozialversicherten wäre.
In de interpretatie dat het bureau voor juridische bijstand niet als een overheid of instelling belast met het toepassen van de wetten en verordeningen bedoeld in de artikelen 579, 6°, 580, 581 en 582, 1° en 2°, van het Gerechtelijk Wetboek kan worden beschouwd, is het bijgevolg redelijk verantwoord dat de persoon die bij de arbeidsrechtbank een beslissing van het bureau voor juridische bijstand bestrijdt, de in het geding zijnde bepaling niet kan genieten, ook al zou hij een sociaal verzekerde zijn in de zin van artikel 2, 7°, van de wet van 11 april 1995 tot invoering van het « handvest » van de sociaal verzekerde.

11. unterstützt die Aufforderung der Kommission an die Mitgliedstaaten, den Zugang von Frauen zum lebenslangen Lernen und insbesondere zur Ausbildung im Bereich der Informationstechnologie zu erleichtern; die Beteiligung von Frauen auf allen Ebenen der Aus- und Weiterbildung zu fördern; betont in diesem Zusammenhang die Notwendigkeit, nationale Ziele für die Beteiligungsquote der Frauen auf allen Ebenen der Aus- und Weiterbildung festzulegen; fordert deshalb die Mitgliedstaaten auf, die Auswirkungen ihrer diesbezüglichen Politiken regelmäßig auszuwerten; erinnert an den auf dem Gipfel von Stockholm gefassten Beschluss, wonach der Förderung von Frauen, wissenschaftliche und technische Studiengänge zu absolvieren, besondere Aufmerksamkeit gewidmet werden muss; fordert die Kommission in diesem Zusammenhang auf, die Gründe für die Diskrepanz zwischen der Anzahl der Frauen, die ein wissenschaftliches Studium absolvieren und der Anzahl derjenigen, die eine entsprechende Stelle erhalten, zu untersuchen;
11. steunt de oproep van de Commissie aan de lidstaten om de toegang van vrouwen tot levenslang leren en met name IT-scholing te vergemakkelijken en de deelname van vrouwen aan alle onderwijs- en scholingsniveaus te bevorderen; onderstreept in dit verband dat er nationale streefcijfers moeten worden vastgesteld voor de participatiegraad van vrouwen in onderwijs en opleiding op alle niveaus; verzoekt derhalve de lidstaten de gevolgen van hun beleid op dit gebied periodiek te evalueren; wijst op het besluit van de Top van Stockholm dat vrouwen in het bijzonder moeten worden aangemoedigd om een wetenschappelijke of technische studie te volgen en verzoekt in dit verband de Commissie om na te gaan wat de oorzaak is van het verschil tussen het aantal vrouwen dat een academische graad in een van de natuurwetenschappen behaalt en het aantal vrouwen dat zich daadwerkelijk met succes op de arbeidsmarkt begeeft;

5. unterstützt die Aufforderung der Kommission an die Mitgliedstaaten, den Zugang von Frauen zum lebenslangen Lernen und insbesondere zur Ausbildung im Bereich der Informationstechnologie zu erleichtern; die Beteiligung von Frauen auf allen Ebenen der Aus- und Weiterbildung zu fördern; betont in diesem Zusammenhang die Notwendigkeit, nationale Ziele für die Beteiligungsquote der Frauen auf allen Ebenen der Aus- und Weiterbildung festzulegen; fordert deshalb die Mitgliedstaaten auf, die Auswirkungen ihrer diesbezüglichen Politiken regelmäßig auszuwerten; erinnert an den auf dem Gipfel von Stockholm gefassten Beschluss, wonach der Förderung von Frauen, wissenschaftliche und technische Studiengänge zu absolvieren, besondere Aufmerksamkeit gewidmet werden muss; fordert die Kommission in diesem Zusammenhang auf, die Gründe für die Diskrepanz zwischen der Anzahl der Frauen, die ein wissenschaftliches Studium absolvieren und der Anzahl derjenigen, die eine entsprechende Stelle erhalten, zu untersuchen;
5. steunt de oproep van de Commissie aan de lidstaten om de toegang van vrouwen tot levenslang leren en met name IT-scholing te vergemakkelijken en de deelname van vrouwen aan alle onderwijs- en scholingsniveaus te bevorderen; onderstreept in dit verband dat er nationale streefcijfers moeten worden vastgesteld voor de participatiegraad van vrouwen in onderwijs en opleiding op alle niveaus; verzoekt derhalve de lidstaten de gevolgen van hun beleid op dit gebied periodiek te evalueren; wijst op het besluit van de Top van Stockholm dat vrouwen in het bijzonder moeten worden aangemoedigd om een wetenschappelijke of technische studie te volgen en verzoekt in dit verband de Commissie om na te gaan wat de oorzaak is van het verschil tussen het aantal vrouwen dat een academische graad in een van de natuurwetenschappen behaalt en het aantal vrouwen dat zich daadwerkelijk met succes op de arbeidsmarkt begeeft;

7. verweist auf den auf dem Gipfel von Stockholm gefassten Beschluss, wonach der Rat zusammen mit der Kommission Indikatoren entwickeln wird, um zu gewährleisten, dass es keine diskriminierenden Lohnunterschiede zwischen Männern und Frauen gibt; unterstützt in diesem Zusammenhang nachdrücklich den in den Leitlinien enthaltenen Vorschlag, eine an mehreren Punkten ansetzende Strategie zur Beseitigung der geschlechtsspezifischen Lohnunterschiede im öffentlichen wie auch im privaten Sektor zu verfolgen; wünscht jedoch, dass die Einführung genauer nationaler quantitativer Zielvorgaben und angestrebter Fristen für die Beseitigung des Lohngefälles von den Mitgliedstaaten ausdrücklicher gefordert wird; und äußert die Erwartung, dass auch europäische Sollzahlen festgelegt werden, um das geschlechtsspezifische Lohngefälle zu beseitigen, was dazu beiträgt, die Zersplitterung des Arbeitsmarktes zu verhindern und die traditionellen Rollen zu ändern; bedauert indessen, dass die meisten Mitgliedstaaten der Bekämpfung des Problems der geschlechtsspezifischen Lohnunterschiede nur wenig Aufmerksamkeit geschenkt haben, und fordert die Mitgliedstaaten deshalb auf, die Arbeitgeber zur Ausarbeitung von Jahresberichten zu veranlassen, die Angaben enthalten über: a) den Anteil von Frauen und Männern auf den verschiedenen Ebenen der Organisation, b) die Lohnunterschiede bei gleicher und gleichwertiger Arbeit und c) Maßnahmen zur Verbesserung der Situation und Verbesserung der Lohntransparenz; wünscht gleichzeitig, dass die Mitgliedstaaten Pläne im Hinblick auf gleiches Entgelt entwerfen und Jahresberichte über die Entwicklungen auf dem Gebiet der Lohngleichheit ausarbeiten, die der Kommission als Grundlage für Fortschrittsberichte unter Berücksichtigung der nationalen Beschäftigungsaktionspläne dienen;
7. herinnert aan het besluit op de Top van Stockholm om de Raad samen met de Commissie indicatoren te laten ontwikkelen om ervoor te zorgen dat de discriminerende salarisverschillen tussen mannen en vrouwen ongedaan worden gemaakt; steunt in dit verband van harte het voorstel in de richtsnoeren om een veelzijdige strategie te ontwikkelen teneinde gelijke betaling van mannen en vrouwen te bewerkstelligen in zowel de publieke als de particuliere sector, maar wenst dat het invoeren van precieze nationale kwantitatieve doelstellingen en streefdata ter verkleining van de verschillen in beloning tussen mannen en vrouwen nadrukkelijker wordt verlangd van de lidstaten; verwacht tevens dat er Europese streefcijfers worden vastgelegd om de gender-loonkloof te dichten, wat de fragmentering van de arbeidsmarkt moet helpen tegengaan en moet bijdragen tot een wijziging in het klassieke rollenpatroon; betreurt evenwel dat de meeste lidstaten weinig aandacht besteden aan dit probleem en doet derhalve een beroep op de lidstaten om de werkgevers aan te moedigen jaarverslagen te publiceren met informatie over a) het aandeel vrouwen en mannen op diverse niveaus van de organisatie, b) het verschil in loon voor hetzelfde of gelijkwaardig werk en c) de maatregelen ter verbetering van de situatie en ter vergroting van de loontransparantie; wenst tevens dat de lidstaten gelijk-loonplannen ontwerpen en jaarverslagen opstellen omtrent de ontwikkelingen op het gebied van gelijk loon, die als basis fungeren voor de Commissie om vooruitgangsrapporten op te stellen bij het nazicht van de nationale actieplannen voor de werkgelegenheid;