Indem der Dekretgeber festlegte, dass der Schiesssport an Schiessständen, die gemäss den Bestimmungen des königlichen Erlasses vom 13. Juli 2000 zur Festlegung der Bedingungen für die Zulassung von Schiessständen anerkannt sind, oder - in Abweichung davon - für das Schiessen mit Waffen mit glattem Lauf an dazu eingerichteten und durch einen anerkannten Schiesssportverband zugelassenen Orten ausgeübt wird (Artikel 3 des Schiesssportdekrets), hat er ebenfalls nicht gegen die angeführten Bestimmungen der Zuständigkeitsverteilung verstossen.
Door te bepalen dat het sportschieten wordt beoefend in schietstanden erkend overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 13 juli 2000 tot bepaling van de erkenningsvoorwaarden van schietstanden of, in afwijking daarvan, voor het schieten met wapens met een gladde loop, in daartoe ingerichte en door een erkende schietfederatie goedgekeurde plaatsen (artikel 3 van het sportschuttersdecreet), heeft de decreetgever evenmin afbreuk gedaan aan de aangevoerde bevoegdheidverdelende bepalingen.