In jeder davon ist ein Kind anderen Belastungen ausgesetzt: bei einem Jugendlichen sind dies eher Stoffe, die die Entwicklung der Fortpflanzungsorgane gefährden, bei einem Säugling dagegen bodennahe Schwebstoffe.
In elk van deze fasen is een kind kwetsbaar voor en wordt het blootgesteld aan verschillende agentia: een puber is wellicht kwetsbaarder voor aantasting van het voortplantingssysteem, terwijl een baby kwetsbaarder is voor stof vlak aan de grond.