(2) Vorbehaltlich der Befreiungen gemäß Artikel 14 Absatz 3 Buchstabe a müssen Fahrzeuge der Klassen M2, M3, N2 und N3 mit einem Spurhaltewarnsystem ausgerüstet sein, das den Vorschriften dieser Verordnung und ihrer Durchführungsmaßnahmen entspricht.
2. Voor zover geen vrijstelling is verleend krachtens artikel 14, lid 3, onder a), worden voertuigen van de categorieën M2, M3, N2 en N3 uitgerust met een waarschuwingssysteem voor het onbedoeld verlaten van de rijstrook dat voldoet aan de voorschriften van deze verordening en de uitvoeringsmaatregelen ervan.