Der Gesetzgeber hat nämlich die Häufung der gerichtlichen Untersuchungshandlungen, die im Stadium der Regelung des Verfahrens für jede von ihnen eine Hemmung der Verjährungsfrist von bis zu einem Jahr ermöglichen, nicht begrenzt.
De wetgever heeft het accumuleren van onderzoekshandelingen die, in het stadium van de regeling van de rechtspleging, voor elk ervan, een schorsing van de verjaringstermijn die tot één jaar kan bedragen, mogelijk maken, immers niet beperkt.