Alle EU-Bürger mit einem gültigen Personalausweis oder Pass haben das Recht, aus einem Mitgliedstaat aus- und in einen anderen Mitgliedstaat einzureisen, wie dies in den Artikeln 4 Absatz 1 und 5 Absatz 1 der Richtlinie vorgesehen ist.
Alle EU-burgers met een geldige nationale identiteitskaart of geldig paspoort hebben het recht om een lidstaat te verlaten en een andere lidstaat binnen te gaan op grond van de artikelen 4, lid 1, en 5, lid 1, van deze richtlijn.