Vertaling van "einem entsprechenden makroökonomischen " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Verfahren bei einem makroökonomischen Ungleichgewicht | MIP [Abbr.]
procedure voor macro-economische onevenwichtigheden | PMO [Abbr.]

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

2. erinnert daran, dass die finanzielle Stabilität und die Reform der öffentlichen Finanzen sowie die der Stabilitätspolitik der Europäischen Zentralbank zu verdankenden niedrigen Zinssätze die ausdrücklichen Pfeiler der Strategie von Lissabon sind; teilt die Auffassung des Ausschusses für Wirtschaftspolitik in dessen Jahresbericht 2005 über Strukturreformen, demzufolge ein makroökonomischer Rahmen zur Unterstützung von Stabilität und Wachstum unverzichtbar ist und die Regierungen die umfassenden Vorteile von Strukturreformen in Bezug auf Wachstum und Beschäftigung nur in einem entsprechenden makroökonomischen Umfeld ernten werden;
2. wijst erop dat financiële stabiliteit, sanering van de overheidsfinanciën en de lage rentetarieven ten gevolge van het stabiliteitsbeleid van de Europese Centrale Bank duidelijke pijlers zijn van de Lissabon-strategie; is het eens met het standpunt dat de Commissie economische en monetaire zaken inneemt in haar jaarlijks verslag over de structurele hervormingen 2005, namelijk dat een macro-economisch kader waardoor stabiliteit en groei worden gesteund onontbeerlijk is en dat regeringen qua groei en werkgelegenheid uitsluitend in een adequaat macro-economisch klimaat alle vruchten zullen plukken van structurele hervormingen;

Dies ist auch die Auffassung des Ausschusses für Wirtschaftspolitik, der in seinem Jahresbericht über die Strukturreformen ganz klar feststellt, dass die Regierungen die Früchte Ihrer Strukturreformen hinsichtlich Wachstum und Beschäftigung nur in einem entsprechenden makroökonomischen Umfeld ernten werden.
Dat is de boodschap van het Comité voor economische politiek in zijn jaarverslag over structurele hervormingen, waarin duidelijk wordt gesteld dat de regeringen alleen in een geschikt macro-economisch klimaat zullen profiteren van de structurele hervormingen in de vorm van groei en werkgelegenheid.

1. sorgt sich erstens wegen des anhaltend langsamen Wachstums in Europa seit dem Jahr 2002, das sich im Euro-Währungsgebiet nur allmählich, von 0,6 % im Jahr 2003 auf 1,3 % im Jahr 2005, beschleunigt hat – im Gegensatz zu einer Wachstumsrate in den USA im Jahr 2005 von 3,5 % und einem von der privaten Binnennachfrage gesteuerten Wiederaufschwung der japanischen Wirtschaft –, zweitens wegen der anhaltend hohen Arbeitslosigkeit von 9 % in der EU-25 und 8,1 % in der EU-15 und drittens wegen der Produktionslücke, die sich derzeit auf -1 % des BIP beläuft, was zeigt, dass das Wirtschaftswachstum der Europäischen Union aufgrund struktureller Verkrustungen, einer schwachen Binnennachfrage und dem Fehlen einer wirklichen Ausgewogenheit des makroökonomischen Policy-Mix deutlich unter dem langfristigen Potenzial bleibt; betont, dass das Wachstumspotenzial der europäischen Wirtschaft weiterhin zu gering ist und etwa 2 % beträgt, was deutlich unter dem entsprechenden Satz in anderen Regionen der Welt liegt; ist der Ansicht, dass dieses Wachstumspotenzial für die Schaffung von Arbeitsplätzen und die Verringerung der Arbeitslosenquoten oder die Weiterentwicklung der Europäischen Union mit 25 Mitgliedstaaten nicht ausreicht;
1. uit in de eerste plaats zijn bezorgdheid over de aanhoudend trage groei in Europa sinds 2002, die in de eurozone slechts langzaam van 0,6% in 2003 naar 1,3% in 2005 is gestegen, in tegenstelling tot het Amerikaanse groeicijfer van 3,5% in 2005 en de wederopleving van de Japanse economie onder invloed van de toenemende binnenlandse vraag van privé-eindgebruikers; is in de tweede plaats bezorgd over de aanhoudend hoge werkloosheidsgraad van 9% in de EU-25 en van 8,1% in de EU-15 en in de derde plaats over de outputkloof van momenteel -1% van het BBP, wat erop wijst dat de economische groei in de EU beduidend onder zijn potentieel op lange termijn blijft als gevolg van de structurele inflexibiliteit, de zwakke binnenlandse vraag en het gebrek aan een goed evenwicht in de macro-economische beleidsmix; benadrukt dat het groeipotentieel van de Europese economie extreem laag blijft, ongeveer 2%, wat veel lager is dan elders in de wereld; is van mening dat dit groeipotentieel onvoldoende is voor het scheppen van arbeidsplaatsen en het terugdringen van de werkloosheid of voor de ontwikkeling van een uitgebreide Unie;