Der verweisende Richter fragt den Hof nach der Vereinbarkeit dieser Bestimmung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, insofern sie die Gesellschaften, die in einem durch die Bestimmungen des königlichen Erlasses vom 18. Oktober 1984 abgegrenzten Umstellungsgebiet niedergelassen seien und die einem Dritten die Nutzung der unter den im obenerwähnten Gesetz vorgesehene Bedingungen erworbenen Anlagegüter abgetreten hätten, vom Vorteil der Bestimmungen der Artikel 59 bis 63 des Sanierungsgesetzes vom 31. Juli 1984 ausschliesse.
De verwijzende rechter ondervraagt het Hof over de bestaanbaarheid van die bepaling met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij de vennootschappen die, gevestigd in een reconversiezone zoals afgebakend door de bepalingen van het koninklijk besluit van 18 oktober 1984, het gebruik van de vaste activa verworven onder de voorwaarden bepaald bij de herstelwet van 31 juli 1984 aan een derde hebben afgestaan, uitsluit van het voordeel van de bepalingen van de artikelen 59 tot 63 van de voormelde wet.