(c) Die Straftat wurde von einem Familienmitglied, einer mit dem Kind unter einem Dach lebenden Person oder einer Person, die ihr anerkanntes Vertrauensverhältnis oder ihre Autorität missbraucht hat, begangen.
(c) het strafbare feit werd gepleegd door een gezins- of familielid, een persoon die met het kind samenwoont of een persoon die misbruik heeft gemaakt van zijn of haar erkende positie van vertrouwen of gezag;